Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu over de veiligheid van dijken (ingezonden 20 april 2011).

Antwoord van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 19 mei 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat aan de zuidkust van Tholen ter hoogte van Strijenham de afgelopen maand op verzoek van Rijkswaterstaat Zeeland met een zogeheten «golfoverslagsimulator» onderzoek1 is gedaan naar de sterkte van de zeedijk?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u de conclusies en resultaten van het onderzoek vrijgeven? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Nee, naar verwachting komen de resultaten van het onderzoek in juni 2011 beschikbaar. Aangezien hier sprake is van schade die bij eerdere proeven met dezelfde golfoverslagsimulator niet in die mate is opgetreden, vergt dit nader onderzoek waar enige tijd mee gemoeid is.

Vraag 3

Kloppen de berichten dat bij deze proeven in de buitenkant van het grastalud van de dijk al na korte tijd gaten zijn gevallen, die onthulden dat er vrijwel geen afdekkende kleilaag op de dijk aanwezig is en dat het dijklichaam vol puin zit? Zo ja, voldoet deze constructie aan de voorschriften van het bestek en indien dat niet het geval is: gaat de schade verhaald worden op de partij die de dijk heeft aangelegd?

Antwoord 3

De schade aan de dijk is ontstaan nadat de dijk tijdens een aantal proeven meerdere malen is blootgesteld aan golven die optreden bij een maatgevende storm. Om vast te kunnen stellen hoe sterk de dijk is, wordt bij dergelijke proeven altijd doorgegaan totdat er schade aan de dijk optreedt.

Naar de opbouw van het dijklichaam wordt nog nader onderzoek verricht. Of de constructie voldoet aan de voorschriften van het bestek kan pas vastge- steld worden als alle onderzoeksresultaten bekend zijn. Aan de hand van die resultaten zullen eventuele vervolgacties worden bepaald.

Vraag 4

Onderschrijft u dat een van de lessen van de waternoodramp van 1953 is, dat op een zeedijk een afdeklaag van minstens een halve meter goede klei moet liggen, zodat zich daarop een dichte grasmat kan wortelen, die bestand is tegen een langdurige aanslag van de golven?

Antwoord 4

De mate waarin een grasmat bestand is tegen golfaanval, is afhankelijk van meerdere factoren. Een goede kwaliteit klei met voldoende dikte is er daar één van. Het totale pakket aan bedekking en bekleding van een waterkering dient uiteraard te voldoen aan de geldende uitgangspunten voor een goed ontwerp.

Vraag 5

Wat gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat niet alleen de onderhavige dijken maar ook de dijken die thans worden aangepakt door het Projectbureau Zeeweringen zo snel mogelijk (weer) voldoen aan de normen voor een veilige kustwering?

Antwoord 5

Het deel van de waterkering waar deze proef heeft plaatsgevonden is in de recent uitgevoerde wettelijke toetsronde door het waterschap en de provincie goedgekeurd. Het rijksoordeel is op dit moment nog in bewerking.

Op basis van het lopende onderzoek (zie vraag 3) en het rijksoordeel over de toetsing, dient besloten te worden of aanvullende acties noodzakelijk zijn.

De verbetertrajecten die worden uitgevoerd door het projectbureau Zeeweringen kennen een voortvarende planning en uitvoering. De laatste werken worden in 2015 opgeleverd.


X Noot
1

BN/De Stem, 8 april 2011: «Er wordt met veiligheid gesjoemeld» http://www.bndestem.nl/regio/bergenopzoom/8468718/'Er-wordt-met-veiligheid-gesjoemeld'.ece

Naar boven