Vragen van het lid Van der Burg (VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de regeling uitkering substantieel bezwarende functies (SBF)-regeling (ingezonden 21 april 2011).

Mededeling van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 mei 2011).

Vraag 1

Kent u de SBF-regeling voor functies binnen de rijksoverheid die extra zware eisen stellen aan lichaam en geest? In welke overheidsonderdelen wordt deze regeling gehanteerd? Wat is de achtergrond van deze regeling?

Vraag 2

Klopt het dat ambtenaren die onder deze regeling vallen nu met 60 jaar met verlof gaan, maar wel in dienst van de overheid blijven? Klopt het dat deze personen te maken krijgen met een forse inkomensachteruitgang, omdat ze opeens de premie voor de zorgverzekering moeten betalen terwijl daar voorheen geen sprake van was en geen vakantiegeld en eindejaarsuitkering meer krijgen? Hoe ziet de nieuwe SBF-regeling er uit? Waarom is de regeling veranderd? Met ingang van wanneer is de regeling veranderd? Is er sprake van een overgangstermijn? Zo neen, waarom niet?

Vraag 3

Klopt het dat de Belastingdienst het «op verlof gaan» beoordeelt als vroegpensioen, terwijl de ambtenaren formeel nog in dienst van de overheid zijn? Waarop is deze handelwijze van de Belastingdienst gebaseerd?

Vraag 4

Klopt het dat de betreffende ambtenaren in de nieuwe regeling, na een periode van drie jaar verlof, op hun 63e jaar ontslag krijgen, met als gevolg dat ze reeds vanaf dat moment hun pensioen moeten aanspreken? Hoe was dat voorheen geregeld? Gingen deze personen voorheen met 60 jaar met ontslag en hoefden ze dan geen premie voor de zorgverzekering te betalen? Hoe was hun beloning en pensioensituatie in de oude regeling?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Van der Burg over de regeling uitkering substantieel bezwarende functies (SBF)-regeling, die werden ingezonden op 21 april 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. Op 29 april zijn over ditzelfde onderwerp schriftelijke vragen ingezonden door het lid Gesthuizen met kenmerk 2011Z09251 aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en mij. De beantwoording van deze vragen dient in onderlinge samenhang te geschieden.

Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.

Naar boven