Vragen van het lid Heijnen (PvdA) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het accres van het gemeentefonds voor de komende jaren (ingezonden 21 april 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 mei 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de berichten «Onverwachte financiële tegenvaller gemeenten» en «Fout BZK over gemeentefinanciën»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de brief aan de Kamer over de geldstromen voor de wijkenaanpak onjuiste informatie bevatte door melding te maken van een negatief accres vanaf 2012? Zo ja, waarop baseerde u zich bij het constateren dat het accres vanaf 2012 negatief zal zijn, en hoe is de discrepantie ontstaan tussen de informatie uit de decembercirculaire en deze brief?

Antwoord 2

Ja. Er is geen basis voor de veronderstelling dat het accres negatief zou zijn geworden. Abusievelijk is niettemin dat van de decembercirculaire afwijkende beeld gecreëerd.

Vraag 3

Deelt u de mening dat het voor gemeenten van groot belang is dat zij tijdig en juist geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun financiën? Zo ja, hoe beoordeelt u de onduidelijkheid die er voor gemeenten is ontstaan door het verschijnen van deze brief en door de onzekerheid die de komende bezuinigingen van het Rijk met zich meebrengen?

Antwoord 3

Ja. Ik informeer de gemeenten via de mei- en septembercirculaire over de ontwikkeling van de accressen. Voordat bij gemeenten de gedachte kon postvatten dat het accres negatief is geworden, is het onjuiste bericht gerectificeerd.

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van de mening van deskundigen dat de raming van het accres, zoals opgenomen in de decembercirculaire erg positief is? Deelt u die inschatting? Zo nee, waarop is de beraming van het accres gebaseerd en hoe groot is het risico voor de gemeenten van een negatieve bijstelling?

Antwoord 4

De hoogte van de accressen wordt bepaald door de uitkomsten van de besluitvorming over de rijksbegroting. Ik richt mij daarom op de feitelijke ramingen die op basis van periodieke bijstellingen in de rijksbegroting worden opgenomen. De geraamde accressen in de decembercirculaire zijn gebaseerd op de Startnota waarin de financiële afspraken uit het Regeerakkoord budgettair zijn verwerkt.

Vraag 5

Zal de komende meicirculaire een bijstelling van het geraamde accres bevatten ten opzichte van de vorige circulaire? Zo ja, is er sprake van een afname of een toename van het geschatte accres?

Antwoord 5

Ja, en vooruitlopend daarop zijn gemeenten en provincies alvast via www.rijksoverheid.nl over de nieuwe accresraming geïnformeerd. Er is sprake van een toename van € 128 miljoen (gemeenten en provincies samen).

Vraag 6

Wanneer hoopt u de gemeenten eindelijk een completer en duidelijker beeld te kunnen schetsen van de gevolgen van het regeerakkoord voor hun financiële positie?

Antwoord 6

Ik ben daarmee begonnen in de decembercirculaire 2010, zet dat voort in de meicirculaire 2011 en ga daar mee door in het tempo dat de verdere besluitvorming over de maatregelen uit het Regeerakkoord toelaat.


X Noot
1

website Binnenlands Bestuur, 15 en 18 april 2011.

Naar boven