Vragen van de leden Ferrier en Çörüz (beiden CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over mishandeling van vrouwen in Irak (ingezonden 7 april 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 16 mei 2011).

Vraag 1

Is het feit, dat op grond van artikel 41 van het Irakese Wetboek van Strafrecht mishandeling van de vrouw binnen het huwelijk is toegestaan een onderwerp dat met de Irakese autoriteiten aangekaart wordt op bilateraal en op Europees niveau? Zo nee, waarom niet?1

Antwoord 1

Ja, dat is een onderwerp dat met de Iraakse autoriteiten wordt aangekaart, zowel op bilateraal als op Europees niveau. Geweld tegen vrouwen is een prioriteit binnen het Nederlands- en EU-mensenrechtenbeleid. Nederland heeft actief bijgedragen aan de totstandkoming van de EU-richtsnoeren (2008) op het gebied van geweld tegen vrouwen. De EU-taakgroep Geweld tegen vrouwen die de implementatie van de richtsnoeren bevordert, heeft de situatie ten aanzien van geweld tegen vrouwen in zo’n 100 landen, waaronder Irak, in kaart gebracht. Er zijn actiepunten door de EU opgesteld om de situatie in deze landen voor het bestrijden van geweld tegen vrouwen te verbeteren. In Irak moedigt de EU, onder andere vanwege het bestaan van wetgeving zoals artikel 41 van het Iraakse wetboek van Strafrecht, de autoriteiten aan om de situatie van vrouwen te verbeteren en het geweld tegen vrouwen te bestrijden. Ook wordt het Iraakse Ministerie voor Mensenrechten, dat verantwoordelijk is voor het onderwerp vrouwenrechten, aangespoord om data te verzamelen en te publiceren m.b.t. gender based violence. Op bilateraal niveau steunt de Nederlandse ambassade in Bagdad verschillende projecten op het gebied van capaciteitsopbouw waardoor vrouwen beter voor hun rechten kunnen opkomen zoals bij huiselijk geweld. Zo wordt er binnen een project een mobiel team ingezet dat vrouwen juridisch kan ondersteunen, wordt er een website en radioprogramma gemaakt met informatieverstrekking speciaal voor vrouwen en worden trainingen gegeven aan imams en politieagenten met als focus non-agressie tegen vrouwen.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de arrestatie en marteling van jeugdactivisten Alaa Nabil, Salah Muhsin en Haidar Shihab Ahmad van de February 25 Group (een jeugdbeweging in Irak) tijdens demonstraties in Bagdad op het Al Tahrir Plein en het feit dat Haidar Shihab Ahmad tot op heden vastgehouden wordt op een onbekende plek? Kunt u aangeven wat de laatste stand van zaken is met betrekking tot de arrestanten?2

Antwoord 2

Ik ben op de hoogte van de arrestatie van genoemde personen en de mishandeling in detentie van Alaa Nabil. Op 18 april vernam ik van de vrouwenorganisatie Organisation for Women’s Freedom Iraq dat Alaa Nabil en Saleh Muhsin inmiddels zijn vrijgelaten. Haidir Shihab Ahmad en een ander lid van de February 25 Group, Firas Ali, zitten nog vast op een onbekende plek. OWFI en de February 25 Group hebben nog geen contact met hen kunnen krijgen.

Vraag 3

Bent u ervan op de hoogte dat de kritische vrouwenorganisatie Organisation for Women’s Freedom Iraq, die steun ontvangt uit het Nederlandse MDG3 Fonds, onder druk wordt gezet door de Irakese overheid vanwege deelname aan de protesten en haar werkzaamheden en dat de Iraakse veiligheidsdiensten een inval hebben gepleegd op het kantoor van deze organisatie op 21 maart van dit jaar? Zo ja, wat gaat u doen om deze onrechtmatige invallen en druk op de Organisation for Women’s Freedom te stoppen?3

Antwoord 3

Mij was nog niet bekend dat vrouwenorganisatie Organisation for Women’s Freedom Iraq (OWFI) onder druk werd gezet vanwege recente protesten en dat op 21 maart j.l. de Iraakse veiligheidsdiensten een inval hebben gepleegd op het kantoor van de organisatie.

Activiteiten van het OWFI worden o.a. gesubsidieerd vanuit het MDG3 fonds. In november 2010 heeft OWFI een voorlopige rapportage van hun resultaten ingediend. Hierin hebben zij aangegeven dat ze erin zijn geslaagd al hun activiteiten uit te voeren zoals gepland. Er heeft onlangs nog contact plaatsgevonden over een mogelijke verhoging van hun subsidie in 2011.

Hierover wordt binnenkort een besluit genomen.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en OWFI hebben regelmatig contact. OWFI heeft informatie aangaande de inval op 21 maart van dit jaar niet gedeeld.

De omstandigheden waarin OWFI haar werk doet zijn moeilijk, maar zij beschouwen dit als een gegeven en zijn zich bewust van het feit dat ze hun strategieën en methoden vaak moeten aanpassen. Desalniettemin zijn de voorlopige resultaten positief. Een succesvol voorbeeld is het oprichten van Freedom Space Radio die dagelijks uitzendingen verzorgt en zo het bewustzijn voor vrouwenrechten in Irak verhoogt en de bevolking aanmoedigt hierin te participeren.

Nederland zal de Iraakse autoriteiten zowel bilateraal als in EU-verband blijven aanspreken op het belang van een onafhankelijk opererend maatschappelijk middenveld en het verbeteren van de mensenrechtensituatie in het algemeen. Nederland, de EU en de VN hebben de Iraakse regering op zijn verantwoordelijkheid gewezen de wensen en klachten van de demonstranten serieus te nemen en de huidige politieke spanningen vreedzaam op te lossen.


X Noot
1

http://webapps01.un.org/vawdatabase/searchDetail.action?measureId=42003&baseHREF=country&baseHREFId=654.

X Noot
2

http://www.ctuws.com/Default.aspx?item=864 en op de website van de Young Feminist Wire http://yfa.awid.org/2011/04/madre-kidnapping-and-torture-of-al-tahrir-organizer-alaa-nabil-by-iraqi-intelligence/ . Voor meer informatie over de February 25 Group zie http://www.facebook.com/pages/%D8%AA%D8%AC%D9%85%D8%B9–25-%D8%B4%D8%A8%D8%A7%D8%B7/134898616580966?ref=ts

X Noot
3

de website van U.S. Labor against the War http://www.uslaboragainstwar.org/article.php?id=23894

Naar boven