Vragen van de leden Beertema en Helder (beiden PVV) aan de ministers van Veiligheid en Justitie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «ROC Rijn IJssel treft schikking met OM» (ingezonden 22 april 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 12 mei 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel ´ROC Rijn IJssel treft schikking met OM» over de schikking die het Openbaar Ministerie (OM) heeft getroffen met de onderwijsinstelling vanwege valsheid in geschrifte?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat er voor iemand die een dergelijke valsheid in geschrifte pleegt geen plaats is als werknemer in een school en dat deze zaak reden zou moeten zijn voor ontslag op staande voet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Onderschrijft u de mening dat deze fraudezaak een ernstige inbreuk is op het rechtsgevoel van alle mensen die op allerlei manieren betrokken zijn bij het onderwijs als leerling, leraar of ouder? Deelt u ook de mening dat niet alleen de omvang van de fraude maar ook het geschokte rechtsgevoel, omdat deze fraude is geïnitieerd door een school, reden genoeg is om tot vervolging over te gaan en niet de gemakkelijke weg te kiezen van de schikking?  Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Ziet u wettelijke mogelijkheden het ROC Rijn IJssel te bewegen tot stoppen met het procederen tegen de leraar die deze zaak aanhangig heeft gemaakt? Zo ja, bent u bereid die mogelijkheden te gebruiken? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat een ieder die misbruik van overheidsgeld aan het licht brengt ten minste bescherming zou moeten krijgen van de overheid tegen een eventuele werkgever? Bent u bereid hiervoor een regeling te realiseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Mededeling

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dat de schriftelijke vragen van de leden Beertema en Helder (beiden PVV) over het bericht «ROC Rijn IJssel treft schikking met OM» (ingezonden 22 april 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

de Volkskrant, 20 april 2011.

Naar boven