Vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) Van Bommel (SP) en Ormel (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over een aanslag op koptische christenen in Egypte (ingezonden 8 februari 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 mei 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Opnieuw bloedbad onder Egyptische kopten» van 4 februari?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigen dat de daders van de elf vermoorde Koptische christenen bekend zijn bij de lokale autoriteiten maar dat er desondanks geen actie is ondernomen om de daders te arresteren dan wel te berechten? Deelt u de analyse dat dit tekenend is voor de behandeling van de Koptische christenen in Egypte?

Antwoord 2

Nee, dat kan ik niet bevestigen. Navraag bij een Egyptische mensenrechtenorganisatie die zich met deze zaak bezig houdt, levert op dat dit een vete betreft tussen een islamitische en een koptisch christelijke familie. Oorzaak van de vete zou liggen in de buitenechtelijke relatie die een islamitische man met een Koptisch christelijke vrouw zou hebben gehad. Daarbij zijn zowel de islamitische man als de christelijk Koptische vrouw en zeven van haar familieleden om het leven gekomen. Er zijn inmiddels veertien verdachten, allen behorend tot de familie van de islamitische man, aangehouden.

Vraag 3 en 4

Deelt u de zorgen van de Koptische christenen over de invloedrijke positie van de Moslim-broederschap in de huidige volksopstand en in een eventuele toekomstige regering?

Deelt u de analyse dat onder de invloed van de Moslim-broederschap het geweld en de discriminatie jegens Koptische christenen alleen maar zal toenemen?

Antwoord 3 en 4

Op de rol die de Moslimbroederschap zal spelen in het politieke proces in Egypte wil ik niet vooruitlopen. We zullen partijen beoordelen op de mate waarin zij voldoen aan democratische en rechtstatelijke beginselen.

Vraag 5

Bent u bereid om bij de Egyptische ambassadeur uw afschuw over deze brute moord uit te spreken en tevens aan te dringen op een spoedige berechting van de koelbloedige moordenaars? Bent u tevens bereid om in EU-verband steun te verwerven voor het standpunt dat de rol van de Moslim-broederschap in de Egyptische volksopstand zorgelijk is vanuit het perspectief van universele mensenrechten en godsdienstvrijheid in het bijzonder en dat er eisen aan deelname van de Moslim-broederschap aan de verkiezingen gesteld zouden moeten worden, zodat de mensenrechten en de rechten van minderheden gerespecteerd zullen worden door de Moslim-broederschap?

Antwoord 5

De Nederlandse zorg over het geweld tegen Koptische christenen is meerdere malen aan de Egyptische ambassadeur in Den Haag overgebracht.

Zowel Nederland als de EU pleit voor een transitie van Egypte naar een volwaardige democratische rechtsstaat. Respect voor mensenrechten, waaronder de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, moet centraal staan in dit transitieproces. De regering en de EU zullen partijen beoordelen op de mate waarin zij voldoen aan democratische en rechtsstatelijke beginselen. Dit geldt voor alle deelnemende partijen, ook de Moslimbroederschap.


X Noot
1

Reformatorisch Dagblad, «Opnieuw bloedbad onder Egyptische kopten», 4 februari 2011.

Naar boven