Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over aanpak wietteelt (ingezonden 13 april 2011).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 28 april 2011).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het onderzoek van een recherchedeskundige van de politie Zuid-Limburg inzake de aanpak van wietteelt? Hoe beoordeelt u de constatering dat er te weinig doorgerechercheerd wordt bij wietteelt zaken?1

Antwoord 1

Ik deel niet de conclusie van het artikel dat de aanpak van hennepteelt faalt. De doelstelling van dit kabinet is juist om de criminele organisaties achter de hennepteelt zo hard mogelijk aan te pakken. Doorrechercheren bij de ontmanteling van hennepkwekerijen is één van de manieren om dit te bereiken. Het vaker doorrechercheren is een belangrijk onderdeel van de versterking van de aanpak van hennepteelt die nu in gang is gezet.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de stelling dat bij het opsporen van wietteelt er prioriteit moet worden gegeven aan het opsporen van telers en organisaties die fijnmazig verknoopt zijn met misdadige organisaties en andersoortige misdaad en het tegengaan van onveilige situaties voor omwonenden?

Antwoord 2

Ik ben het met deze stelling eens. Het krachtig aanpakken van georganiseerde criminaliteit achter hennepteelt draagt bij aan het vergroten van de lokale veiligheid.

Vraag 3

Wat gaat u ondernemen om het recherchewerk diepgravender te maken en de opsporing en vervolging niet te beperken tot het plukken van het «laaghangend fruit»?

Antwoord 3

De aanpak van de georganiseerde hennepteelt beperkt zich niet «tot het plukken van «laaghangend fruit»». Er wordt al uitdrukkelijk ingezet op het strafrechtelijk ontmantelen van organisaties, het afbreken van de onderliggende structuren die de georganiseerde misdaad faciliteren, en het afpakken van crimineel vermogen.


X Noot
1

Spits, «Aanpak Wietteelt faalt», 13 april 2011.

Naar boven