Vragen van het lid Smeets (PvdA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over toestemming voor NedCar om een derde partner te zoeken (ingezonden 31 maart 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 28 april 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Vakbonden: snel toestemming NedCar voor derde partner»?1

Antwoord 1

Ik heb kennisgenomen van dat bericht.

Vraag 2

Waarom heeft NedCar tot op heden nog geen toestemming gekregen om naar een derde partner op zoek te gaan, dit terwijl Mitsubishi Motors Corporation (MMC) in december al liet weten dat NedCar naar andere partners mocht uitkijken om de fabriek in de toekomst draaiende te houden?

Antwoord 2

Het management van NedCar heeft de afgelopen periode samen met MMC besproken hoe het onderzoek naar de toekomst van NedCar het beste kan worden ingericht. Twee belangrijke elementen van dit onderzoek zijn: de interne turn-aroundstudie die is bedoeld om de concurrentiepositie van NedCar te versterken en de Task Force die onderzoek moet doen naar derde partijen die mogelijk een deel van de capaciteit van NedCar willen benutten. Allereerst is gekeken naar de aanpak van de turn-around studie. Immers een gezonde concurrentiepositie is een belangrijke voorwaarde voor een duurzaam toekomstperspectief. De aanpak van deze turn-around studie is eind maart vastgelegd en goedgekeurd door MMC. Thans is de gedetailleerde aanpak van het onderzoek naar derde partijen onderwerp van overleg met MMC. Naar verwachting zal ook dat op korte termijn worden afgerond. Ik verwacht dat de werkzaamheden in mei van start kunnen gaan.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de toestemming er zo snel mogelijk moet komen, omdat de productie van de Colt in Born na 2012 stopt?

Antwoord 3

Ik heb er begrip voor dat alle belanghebbenden het liefst zo snel mogelijk duidelijkheid hebben over de toekomst van deze onderneming en dat geldt ook voor mij. Maar snelheid mag niet prevaleren boven de – in dergelijke complexe besluitvormingsprocessen zo noodzakelijke – zorgvuldigheid. Dit heeft geen invloed op de besluitvorming. Ik ga er vanuit dat de besluitvorming over de toekomst van NedCar eind dit jaar wordt afgerond.

Vraag 4

Wat is besproken en toegezegd over deze kwestie en overige zaken in verband met het voortbestaan van NedCar tijdens uw bezoek aan de fabriek in januari 2011?

Antwoord 4

Tijdens mijn werkbezoek heb ik gesproken met de directie en vertegenwoordigers van bonden en OR. Ik heb aangegeven dat ik mij zal inzetten voor het behoud van NedCar. Ik heb kennisgenomen van de diverse onderdelen van het onderzoek dat nodig is om tot besluitvorming over de toekomst van NedCar te kunnen komen. Ook is van gedachten gewisseld over de mogelijke aanpak van het onderzoek en over de wijze waarop de overheid daarin kan faciliteren. Ik heb aangeboden om het NFIA van mijn ministerie en de ambassades in het kader van de Task Force een rol te laten spelen in het zoekproces naar nieuwe partijen. Ik heb op mij genomen om een coördinerende rol te spelen in de richting van de andere overheden die bij NedCar zijn betrokken (gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg).

Vraag 5

Bent u, gezien de urgentie voor het voortbestaan van NedCar en het behoud van werkgelegenheid in de regio, bereid om actie te ondernemen richting MMC zodat de toestemming er binnen enkele weken komt? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Binnen de mogelijkheden die er zijn span ik mij tot het uiterste in om te zorgen voor een zo gunstig mogelijke uitkomst voor Nederland en NedCar. Uiteraard hecht ik hierbij aan een goede voortgang. Ook daarom vind ik de werkzaamheden van de Task Force van grote waarde. In mijn bericht van deelneming aan de president van MMC naar aanleiding van de ramp die zich in Japan heeft voltrokken, heb ik voorgesteld om snel weer bijeen te komen om over deze en andere zaken te spreken. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn, zal ik u hierover informeren.


X Noot
1

L1, 28 maart 2011.

Naar boven