Vragen van de leden Schouw (D66), Rik Janssen (SP), Voordewind (ChristenUnie) en Spekman (PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel over strafbaarstelling van illegaal verblijf (ingezonden 1 april 2011).

Mededeling van minister Leers (Immigratie en Asiel) (ontvangen 22 april 2011).

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de antwoorden van de Europese Commissie op vragen gesteld door het Europees Parlement over strafbaarstelling van illegaal verblijf1 zoals door u voorzien in de tweede nota van wijziging bij de wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied veblijven (PbEUL 348/98) (hierna: de Terugkeerrichtlijn)?2

Vraag 2

Bent u van mening dat strafbaarstelling van illegaal verblijf in lijn is met het doel van de Terugkeerrichtlijn?

Vraag 3

Wat vindt u van de uitspraak van de Europese Commissie dat het opleggen van strafrechtelijke sancties aan onderdanen van derde landen, die illegaal in Nederland verblijven, in geen geval kan worden beschouwd als een omzetting van de Terugkeerrichtlijn?

Vraag 4

Beschouwt u de Terugkeerrichtlijn als gerechtvaardigd middel om illegale immigratie tegen te gaan? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de uitspraak van de Europese Commissie dat de Terugkeerrichtlijn niet specifiek bedoeld is om in de aanpak van illegale immigratie te voorzien?

Vraag 5

Bent u in geen geval van plan om sancties op te leggen aan kerken en burgers die om humanitaire redenen hulp verlenen aan personen die illegaal verblijven in Nederland?

Vraag 6

Is het uw overtuiging dat de strafrechtelijke sanctionering van illegaliteit geen enkele belemmering of ondermijning vormt voor de nuttige werking en het harmoniserende effect van het EU-acquis, met inbegrip van de Terugkeerrichtlijn? Zo ja, kunt u toelichten hoe de strafrechtelijke sanctionering van illegaliteit zoals voorgesteld in bovengenoemde tweede nota van wijziging, zich verhoudt tot aard en doelstelling van de Terugkeerrichtlijn?

Vraag 7

Bent u er van op de hoogte dat volgens artikel 15, eerste lid, van de Terugkeerrichtlijn illegalen die geen strafbaar feit hebben gepleegd niet onder dezelfde voorwaarden als criminelen kunnen worden opgesloten?

Vraag 8

Bent uermee bekend dat ook op grond van artikel 5, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) vrijheidsontneming slechts beperkt en onder stringente voorwaarden is toegestaan en voor deze groep illegalen dus hooguit een bestuursrechtelijk detentieregime kan gelden in plaats van een strafrechtelijk regime?

Vraag 9

Verwacht u dat de door u voorgestelde omzetting van de Terugkeerrichtlijn ook de toets van de Europese Commissie zal doorstaan?

Vraag 10

Vindt u het verantwoord om een dergelijke fundamenteel onderwerp als strafbaarstelling van illegaliteit, zoals verwoord in de tweede nota van wijziging en wat verstrekkende gevolgen zal hebben voor mensen die illegaal in Nederland verblijven, niet ter advisering aan de Raad van State voor te leggen?

Mededeling

Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Schouw (D66), Rik Janssen (SP), Voordewind (ChristenUnie) en Spekman (PvdA), over strafbaarstelling van illegaal verblijf, die werden ingezonden op 1 april 2011, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn.

Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


X Noot
1

Antwoorden van de Eurocommissaris Malmström namens de Europese Commissie op 24 maart 2011 (E-001114/2011).

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 32 420, nr. 9.

Naar boven