Vragen van het lid
Van Bommel
(SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de nettobijdrage van Nederland aan de Europese Unie (ingezonden 30 september
2010).
Antwoord van minister
Verhagen
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 13 oktober 2010).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de nettobetalingpositie van Nederland aan de Europese Unie (EU), volgens de meest recente cijfers van
de Europese Commissie, zeer hoog is in verhouding tot die van andere lidstaten met een vergelijkbaar welvaartsniveau en daarom
omlaag moet?1 Indien nee, waarom niet?
Antwoord 1
Nederland behoort in 2009 volgens de definitie die de Europese Commissie gebruikt tot de drie grootste nettobetalers, gemeten
als percentage van het Bruto Nationaal Inkomen. België is volgens die cijfers de grootste nettobetaler (0,43%), Nederland
en Denemarken dragen netto 0,36% van hun BNI af. Daarna volgen Duitsland (0,33%) en Luxemburg (0,32%). In deze cijfers is
de Nederlandse korting van € 1,153 miljard in 2009 meegenomen.
Het kabinet pleit ervoor dat in de EU de sterkste lidstaten de zwaarste lasten dragen (verticale billijkheid) en dat lidstaten
met relatief dezelfde welvaart hetzelfde afdragen aan de EU (horizontale billijkheid). De jaarlijkse afdrachtenkorting voor
Nederland (circa € 1 miljard per jaar voor de periode 2007–2013) zorgt ervoor dat de Nederlandse nettobijdrage beter aansluit
bij die van vergelijkbare lidstaten.
Vraag 2
Is het waar dat Nederland de grootste nettobetaler is indien ook de invoerrechten die Nederland afdraagt en de inkomsten
die België door de aanwezigheid van EU-instellingen ontvangt, worden meegenomen?
Antwoord 2
Ja, volgens deze zogenoemde boekhoudkundige definitie is Nederland de grootste nettobetaler gemeten als percentage van het
BNI. In absolute bedragen is Duitsland de grootste nettobetaler.
Vraag 3
Indien ja, deelt u de mening dat dit een reëlere berekening van de betalingspositie van lidstaten is en dat deze de basis
moet zijn voor de discussie over de toekomstige EU-afdrachten? Indien ja, bent u bereid daar bij de Commissie op aan te dringen?
Indien nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland is inderdaad van mening dat alle uitgaven en inkomsten moeten worden meegenomen bij de berekening van de betalingspositie.
Nederland heeft hier diverse malen op aangedrongen. Andere lidstaten en de Europese Commissie zijn echter van mening dat de
traditionele eigen middelen (waaronder invoerrechten) en de administratieve uitgaven buiten de berekening moeten blijven.
Het is overigens aan het nieuwe kabinet om de inzet voor de toekomstige onderhandelingen te bepalen.
Vraag 4
Is het waar dat ook de Europese Commissie heeft aangegeven lidstaten zoals Nederland, met een buitensporig hoge nettobetalingpositie,
te willen compenseren met een lagere bijdrage?2
Antwoord 4
Op 28 september jl. heeft commissaris Lewandowski bij de perspresentatie van de cijfers over 2009 desgevraagd aangeven dat
voorkomen moet worden dat de nettoposities van Nederland en andere grote nettobetalers na 2013 verslechteren. Hij gaf daarbij
aan dat er meerdere instrumenten zijn om dat te bereiken. Concrete voorstellen heeft de Commissie niet gepresenteerd. Deze
worden later verwacht.
Vraag 5
Indien ja, deelt u de mening dat het onwenselijk zou zijn wanneer een lagere bijdrage van lidstaten zou worden gecompenseerd
door meer «eigen inkomsten» voor de Europese Unie, zoals diverse Europese belastingen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord 5
De invoering van een Europese belasting is voor Nederland geen optie. Het kabinet pleit voor het gebruik van het BNI-middel
als enige financieringsbron voor de Europese begroting. Afdrachten enkel op basis van welvaart zijn volgens Nederland het
meest rechtvaardig, transparant en eenvoudig uitvoerbaar.
XNoot
1 de Volkskrant, «Nederland blijft grote betaler EU», 27 september 2010.
XNoot
2 NOS, «EU wil Nederland compenseren», 28 september 2010.