Vragen van de leden Hachchi en Koolmees (beiden D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën over het bericht dat het nieuwe belastingregels de economie van Saba en Sint Eustatius ontwrichten (ingezonden 4 april 2011).

Antwoord van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 17 mei 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Saba vreest nekslag»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Wat is uw reactie op de strekking van het bericht dat het nieuwe belastingstelsel en andere wet- en regelgeving die per 1 januari 2011 van kracht zijn geworden op de eilanden, leiden tot de ontwrichting van de economieën van Saba en Sint Eustatius?

Klopt het dat de kosten voor levensonderhoud, horeca, brandstof, transport en verscheidene verzekeringen en diensten zijn gestegen, zonder dat er sprake is van een navenante loonstijging? Zo ja, wat is het gevolg hiervan voor de Sabaanse en Statiaanse economie en de mogelijkheden van de bewoners tot adequate levensvoorziening? Zo nee, waaruit blijkt dat?

Antwoord 2 en 3

Eén van de doelstellingen van het nieuwe, op 1 januari 2011 in werking getreden, belastingstelsel is geweest om de economische ontwikkeling van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te stimuleren en de eilandeconomieën meer concurrerend te maken. Tegen die achtergrond bezien heeft het bericht dat het nieuwe belastingstelsel tot ontwrichting van de economieën van Saba en Sint Eustatius zou leiden mij bevreemd.

In de week van 11 tot en met 15 april is ter eerste voorbereiding van door mij te voeren politiek bestuurlijk overleg door een ambtelijke delegatie gesproken met bestuurders van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en met medewerkers van de Belastingdienst/Caribisch Nederland.

In de gesprekken hebben bestuurders en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aangegeven van mening te zijn dat de kosten voor levensonderhoud, horecabestedingen, brandstof, transport en verscheidene verzekeringen en diensten zijn gestegen. Er zijn diverse oorzaken die ten grondslag kunnen liggen aan de gestelde kostenstijging.

Een deel van de kostenstijging is verklaarbaar en beoogd. Er is immers bewust voor gekozen om ten opzichte van het oude Nederlands Antilliaanse belastingstelsel in het nieuwe, voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldende belastingstelsel de belastingdruk te verschuiven van directe belastingen naar indirecte belastingen, onder grosso modo gelijkblijvende opbrengst. Het nieuwe belastingstelsel beoogt dus niet voor alle belastingplichtigen gezamenlijk per saldo te komen tot een lastenverzwaring, omdat tegenover de stijging van de indirecte belastingen een even grote daling van de directe belastingen staat. In zoverre kan ik de signalen dat het nieuwe belastingstelsel leidt tot ontwrichting van de economieën en de mogelijkheden voor inwoners van de eilanden tot adequate levensvoorziening zou aantasten niet plaatsen.

Kostenstijgingen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals bij voorbeeld de mondiale stijging van prijzen van voedsel en olie. Daarnaast kan een gewijzigd prijsbeleid van winkeliers, restaurants en andere dienstverleners ook bijgedragen hebben aan de kostenstijgingen. In dat verband zal de Belastingdienst/Caribisch Nederland winkeliers, restaurants en andere dienstverleners nadrukkelijk informeren over de precieze uitwerking en toepassing van het nieuwe fiscale stelsel.

Natuurlijk zal ik alle signalen meenemen in de verdere voorbereiding van het eerder genoemde aanstaande politieke bestuurlijke overleg.

Vraag 4

Klopt het dat voor ondernemers op Saba en Sint Eustatius de loonkosten met 18.4% zijn gestegen? Wanneer is deze stijging ingegaan?

Antwoord 4

Dat de loonkosten op Saba en Sint Eustatius in 2011 ten opzichte van 2010 met 18,4% gestegen is onjuist. Per 1 januari bedraagt de werkgeverspremie 18,4%. Deze premie wordt gebruikt ter financiering van de zorg en sociale zekerheid. Soortgelijke premies waren er voor 2011 in gelijke omvang ook al in het Nederlands-Antilliaanse stelsel van volks- en werknemersverzekeringen. Er heeft wel een verschuiving plaatsgevonden van premies volksverzekeringen (nu volledig bij burgers) naar de zorgpremie (nu grotendeels bij werkgevers). Bovendien wordt de werkgeverspremie, ter beperking van de administratieve lasten van de ondernemingen en uitvoeringskosten, met ingang van 1 januari 2011 geïnd door de Belastingdienst/Caribisch Nederland. Het totaal aan werkgeverslasten is echter vergelijkbaar met die van 2010. Wel kan het per individueel bedrijf zijn dat de werkgeverslasten of lager of hoger uitvallen per 1 januari 2011.

Vraag 5

Klopt het dat deze werkgeverspremie over het brutoloon als een verrassing kwam voor de ondernemers, de Sabaanse overheid als een groot deel van de Nederlandse ambtenaren die op Bonaire gestationeerd zijn? Zo ja, hoe is dat mogelijk? Zo nee, waaruit blijkt dat?

Antwoord 5

Bij de communicatie op de eilanden is er hoofdzakelijk aandacht besteed aan zaken die per 1 januari 2011 zouden gaan veranderen. De totale hoogte van de werkgeversbijdrage zou min of meer gelijk blijven.

De grootste wijziging in de wijze van premieheffing is opgetreden bij de burger. Sinds 1 januari 2011 heeft de burger te maken met een vlak tarief waarin niet alleen de loon- of inkomstenbelasting is begrepen, maar ook de werknemerspremies. Hierdoor zou, maar dat is ten onrechte, het beeld kunnen zijn ontstaan dat per 1 januari 2011 alleen dit vlakke tarief wordt geheven. Een tarief waarin wel de werknemerspremies zijn verdisconteerd, maar niet de werkgeverspremies. Hierdoor is het mogelijk dat in bepaalde gevallen op de eilanden de heffing van de werkgeverspremies en/of de omvang daarvan als een verrassing is ervaren. Van enig signaal dat de werkgeverspremies per 1 januari 2011 zouden komen te vervallen, is nimmer sprake geweest.

Vraag 6

Op welke manier kunnen stappen ondernomen worden om te zorgen dat het nieuwe belastingstelsel niet de Sabaanse en Statiaanse economie ontwricht? Zo ja, welke stappen wilt u zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zoals hiervoor is aangegeven, is het nieuwe fiscale stelsel voor de BES eilanden er juist op gericht de economie van de eilanden, zeker ook die van Saba en Sint Eustatius, te stimuleren. Bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel BES is onder meer aangegeven dat het bestaande Nederlands-Antilliaanse stelsel als startpunt is genomen. Het nieuwe stelsel kenmerkt zich door de elementen: eenvoud, brede grondslagen en lage tarieven en een verschuiving in de belastingmix. Dat laatste zal zich dus, maar slechts in geringe mate, doen gevoelen in het tarief van de ABB. Ter compensatie daarvan heeft echter, zoals hiervoor ook gesteld, een verlaging van de directe belastingen plaatsgevonden. Ik zal de ontwikkeling van de economie op de eilanden zorgvuldig volgen en zo dat aan de orde is maatregelen treffen.

Met de nieuwe staatkundige verhoudingen zijn ook op fiscaal terrein de verhoudingen gewijzigd. Dat is bijvoorbeeld merkbaar bij aankopen van goederen op Sint Maarten die vervolgens worden vervoerd naar Saba en Sint Eustatius en daar verbruikt. Er wordt met Sint Maarten bezien of voor de gevoelde problemen een oplossing kan worden gevonden. Ook met Curaçao zal worden overlegd om deze problematiek, zo die zich feitelijk voordoet, in kaart te brengen en te bezien wat mogelijk is.

Ik heb er begrip voor dat de introductie van het nieuwe fiscale stelsel BES voor veel partijen gewenning vergt. Daarom ook zal de Belastingdienst/Caribisch Nederland de voorlichting over de precieze uitwerking en toepassing van het nieuwe belastingstelsel verder intensiveren en daar waar nodig ook in het Engels doen plaatsvinden. Gebleken is dat er op dit moment bij belastingplichtigen soms nog onduidelijkheid bestaat, bijvoorbeeld omdat men (nog) niet op de hoogte is van bepaalde vrijstellingen, uitzonderingen of nuances in dat nieuwe stelsel.


X Noot
1

Antilliaans Dagblad, «Saba vreest nekslag», 30 maart 2011, beschikbaar via: http://www.antilliaansdagblad.com/images/stories/adnews/2011/maart/30-03-11/P01.pdf

Naar boven