Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de uitspraak van voorzitter van het College van procureurs-generaal over advocaat bij verhoor (ingezonden 28 maart 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 april 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het Openbaar Ministerie (OM) de advocaat bij het verhoor wil?1

Vraag 2

Deelt u de mening van de voorzitter van het College van procureurs-generaal dat vasthouden aan het besloten karakter van het verhoor niet meer houdbaar is? Zo nee, waarom  niet?

Zo ja, betekent dit dat u zich door deze ontwikkeling (uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Rechten (EHRM) in de zaken, Salduz en Brusco en ontwikkelingen binnen de EU) zult laten inspireren door wat uit Straatsburg en Brussel komt en is gekomen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de verwachting van de voorzitter van het College van procureurs-generaal dat het EHRM de komende tijd steeds meer categorieën van gevallen zal beschrijven waarin de fysieke aanwezigheid van de advocaat bij het verhoor moet worden toegestaan, ook bij meerderjarige verdachten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om te anticiperen op die verwachting en de aanwijzing van het OM op dit punt te wijzigen?

Vraag 4

Wat zouden de consequenties kunnen zijn voor het gebruik van de door de verdachte afgelegde verklaringen indien de aanwezigheid van  een advocaat bij het eerste verhoor is gevraagd, als blijkt dat de jurisprudentie van het EHRM zo moet worden uitgelegd dat deze aanwezigheid ten onrechte is geweigerd?

Vraag 5

Hoe vaak wordt een verhoor audiovisueel of alleen auditief geregistreerd?

Vraag 6

Deelt u de mening van de voorzitter van het College van procureurs-generaal dat nu moet worden nagedacht hoe die verhoorbijstand vorm gegeven moet worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan de Kamer binnenkort de uitkomst daarvan ontvangen?

Vraag 7

Hoeveel EU-lidstaten kennen al los van de jurisprudentie van het EHRM het recht tot fysieke bijstand van een advocaat bij het (eerste) politieverhoor?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) over de uitspraak van Voorzitter van het College van Procureurs-Generaal over advocaat bij verhoor (ingezonden 28 maart 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

NRC, 11 maart 2011.

Naar boven