Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over het gebruik van drank, drugs en telefoons in Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s) (ingezonden 11 maart 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 15 april 2011) zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 2070.

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op de vragen over JJI’s en drank- en drugsgebruik en aanwezigheid van telefoons?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Herinnert u zich het antwoord op vraag twee, waarin u opmerkt dat «er altijd jongeren zullen zijn die er af en toe in slagen om de controle en het toezicht te omzeilen»? Hoe kan dat binnen een gesloten instelling en hoe komen de jongeren aan de drank, drugs en telefoons? Betekent dit dat 100% controle niet mogelijk is binnen de JJI’s? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het uitgangspunt is helder: drank, drugs en mobiele telefoons zijn verboden in de justitiële jeugdinrichtingen. Jongeren worden zowel structureel als op indicatie gecontroleerd. Daarbij werken de inrichtingen aan het verbeteren van hun controle- en toezichttaken. Zo worden momenteel in alle JJI’s drugshonden ingezet. Na evaluatie wordt bezien of en op welke manier de inzet van drugshonden een structurele plaats in de sector krijgt. Bovendien zal op korte termijn een experiment met blaas- en speekseltesters starten waarmee de bestaande controlemogelijkheden verder kunnen worden uitgebreid. Ten slotte worden best practices in de aanpak van middelengebruik en het uitvoeren van controles sectorbreed uitgewisseld.

Ondanks deze inspanningen kan ik u niet garanderen dat de inrichtingen 100% vrij van deze middelen kunnen worden gehouden. De JJI’s zijn niet hermetisch afgesloten van de samenleving. Jongeren worden begeleid en behandeld met als doel een geslaagde terugkeer naar de samenleving. Daarbij horen onder andere ook de mogelijkheden tot bezoek en verlof. Naarmate het einde van een jeugddetentie of PIJ-maatregel nadert, zullen deze jongeren in toenemende mate tijd doorbrengen buiten de inrichting.

Vraag 3

Hoe kunnen jongeren in februari 2011 in het bezit zijn geweest van een mobiele telefoon, softdrugs en gemixte drank in limonadeflessen, terwijl in juni 2010 verdere aanscherping van de maatregelen om bezit en gebruik van verboden middelen tegen te gaan, zijn aangekondigd? Betekent de aanwezigheid van de smokkelwaar dat deze voorgenomen aanscherping nog niet is uitgemond in aangescherpte controle en toezicht? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

In de beantwoording van eerder gestelde Kamervragen in de Tweede Kamer heb ik toegelicht op welke wijze de voorgenomen aanscherping plaatsvindt en wat de vorderingen op dat gebied zijn. Dat dit incident zich heeft kunnen voordoen vind ik betreurenswaardig. Met de betrokkenen zijn afspraken gemaakt over verdere aanscherping van controle en toezicht.

Vraag 4

Zijn er of overweegt u regelmatig «spitacties» in alle JJI’s, aangezien in 2010 de helft van de JJI’s melding heeft gemaakt van het aantreffen van verboden goederen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Spitacties maken reeds deel uit van de werkwijze in de JJI’s. De JJI’s voeren periodiek en op indicatie spitacties uit om eventueel aanwezige verboden goederen op te sporen en in beslag te nemen.

Vraag 5

Herinnert u zich de antwoorden op de vragen 8 en 9 nog van de vorige serie vragen over dit onderwerp? Welke acties worden ondernomen om de jongeren die niet willen participeren toch te stimuleren? Zou een pressiemiddel als het ter beschikkingstelling van het onderwijs de jongeren wél stimuleren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u van plan dit instrument in te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Onderwijsdeelname is verplicht in JJI’s. De school vormt voor alle jeugdigen die in een JJI verblijven een essentieel onderdeel van het dagprogramma. Dit is niet alleen bedoeld als dagbesteding maar vooral ook om jongeren toe te rusten met kennis en vaardigheden. Onderwijs draagt immers in belangrijke mate bij aan een geslaagde terugkeer in de samenleving.

De vragen 8 en 9 van de vorige serie Kamervragen waren toegespitst op de Individuele Trajectafdeling (ITA). Onderwijs wordt op deze specifieke afdeling in aangepaste vorm aangeboden, dat wil zeggen individueel en op maat. Jongeren die op de ITA verblijven, worden ook gestimuleerd om deel te nemen aan arbeid en andere activiteiten. Ondanks alle inspanningen blijkt dat een aantal jongeren op de ITA niet gemotiveerd is. De medewerkers van deze afdelingen blijven zoeken naar effectieve methoden om participatie aan onderwijs, arbeid en andere activiteiten te bevorderen.

Wat de terbeschikkingstelling aan het onderwijs (TBO) betreft, heb ik eerder aangegeven dat ik dat voorstel zal meenemen bij de invoering van de strafdienstplicht. Een pressiemiddel om jeugdigen in de JJI’s aan onderwijs te laten participeren krijgt overigens reeds invulling vanwege de verplichting voor alle jeugdigen in een JJI om aan onderwijs of andere activiteiten in het kader van pedagogische vorming deel te nemen (zie art. 52 Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen).

Vraag 6

Is er een personeelstekort binnen de JJI’s? Zo ja, kunt u bevestigen dat er door dit personeelstekort problemen ontstaan ten aanzien van de behandeling van de jongeren in JJI’s en op de Individuele Traject Afdelingen? Hoe verhoudt dit antwoord zich tot uw antwoorden op de vragen 8 en 9 van de vorige serie vragen over dit onderwerp?

Antwoord 6

Nee, binnen de sector JJI als geheel is geen sprake van een personeelstekort, maar juist van een personeelsoverschot. Dat is het gevolg van de dalende instroom van jeugdigen in de JJI’s. Het Capaciteitsplan JJI is op 16 november 2010 aan de Kamer gezonden. De gevolgen voor het personeel staan daarin benoemd. Het overschot aan personeel neemt niet weg dat er in sommige JJI’s vacatures zijn. Deze worden momenteel door tijdelijke krachten opgevuld. Er is intensief overleg tussen de JJI’s met vacatures en de JJI’s die boventallig personeel hebben om dit personeel in te zetten. De vaak lange reisafstand tussen de JJI’s met personele boventalligheid en de JJI’s met vacatures vraagt om het toepassen van maatwerkoplossingen (aangepaste werktijden, groepsvervoer, overnachtingen). Ook het verschil in rechtspositie tussen de rijks- en particuliere inrichtingen speelt een rol. Ik heb geen aanwijzingen dat eerder genoemde vacatures leiden tot problemen in de behandeling in de JJI’s.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2010–2011, nr. 1306.

Naar boven