Vragen van het lid Spekman (PvdA) aan de minister voor Immigratie en Asiel over de dood van een voormalige asielzoeker in Kabul die voorheen in Maastricht woonde (ingezonden 25 februari 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel) (ontvangen 15 april 2011) zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1893.

Vraag 1

Kent u het persbericht van Vluchtalarm Maastricht van 21 februari 2011 over de dood van een voormalig asielzoeker uit Afghanistan, voorheen woonachtig te Maastricht, of bent u op een andere wijze op de hoogte van deze tragische zaak?

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van de gebeurtenis, zoals beschreven in het door u genoemde artikel. Nee, ik ben niet op een andere wijze op de hoogte van deze zaak.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de dood van deze voormalige asielzoeker?

Antwoord 2

Ik ken de werkelijke toedracht van het overlijden van deze man niet, maar als de berichten kloppen is zijn dood tragisch. Ik wil er op wijzen dat de procedure destijds zorgvuldig is verlopen, dat alle rechtsmiddelen waren uitgeput en dat er vier jaar zit tussen het moment waarop deze persoon zelfstandig is vertrokken en zijn dood.

Vraag 3

Hoe oordeelt u met de kennis van nu over het besluit van uw ambtsvoorganger om deze asielzoeker geen verblijfsvergunning te geven?

Antwoord 3

Op basis van het mij ter beschikking staande dossier, oordeel ik ook nu dat sprake is geweest van een zorgvuldige procedure. Uit het asieldossier komt naar voren dat er een volledige procedure is doorlopen, waarin de terugkeer naar het land van herkomst niet enkel is beoordeeld door de Immigratie- en Naturalisatiesdienst (IND), maar ook aan de orde is gesteld in procedures bij de nationale vreemdelingenrechter en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Nadat de procedures waren afgerond, is de betrokken Afghaanse staatsburger op 28 augustus 2006, via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), teruggekeerd naar zijn land van herkomst.

Vraag 4

Is veilige terugkeer naar Afghanistan op dit moment mogelijk? Zo ja, waarom en hoe verhoudt zich dit tot bovenstaande zaak? Zo nee, welke conclusies gaat u hieraan verbinden?

Antwoord 4

Ik baseer mij voor het te voeren landgebonden asielbeleid voor Afghanistan op het meest recente ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken. Ik zie thans geen aanleiding om tot een algemene beleidswijziging over te gaan. Ik verwacht een volgend algemeen ambtsbericht over Afghanistan binnen enkele maanden.

Naar boven