Vragen van het lid Koppejan (CDA) aan de staatssecretarissen van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in het kader van Ruimte voor de Rivier (ingezonden 3 maart 2011).

Mededeling van staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 april 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de brief van het bestuur van de Agrarische Belangenvereniging Veessen-Wapenveld aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 17 februari 2011?

Vraag 2

Bent u ermee bekend dat de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld vele huiskavels en percelen doorsnijdt? Deelt u de mening dat om de verkaveling goed te kunnen herstellen een wettelijke verkaveling noodzakelijk is? Bent u hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Waarom dient de natuur, die verloren gaat als gevolg van de aanleg van de hoogwatergeul, gecompenseerd te worden met de aanleg van vier keer zoveel «nieuwe natuur» in de vorm van een «landschapszone» van 75 tot 80 hectare?  Is er werkelijk een noodzaak om zoveel meer goede landbouwgrond op te offeren voor natuurcompensatie?

Vraag 4

Waarom is hier gekozen voor de aanleg van zogenaamde «nieuwe natuur» en niet voor agrarisch natuurbeheer? Waarom wordt ervoor gekozen om het beheer van de landschapszone over te dragen aan Staatsbosbeheer terwijl de boeren gezamenlijk hebben aangeboden om zelf het beheer uit te voeren? Kunnen de boeren gezamenlijk het natuurbeheer niet veel kostenefficiënter uitvoeren met als bijkomend voordeel dat het karakteristieke agrarisch cultuurlandschap meer intact gelaten kan worden?

Vraag 5

Past het voornemen om de natuur die verloren gaat als gevolg van de aanleg van de Hoogwatergeul te compenseren met de aanleg van vier keer zoveel «nieuwe natuur» wel binnen de letter en de geest van het regeerakkoord?

Vraag 6

Is het waar dat wanneer iemand een beroep doet op de «Schaderegeling Ruimte voor de Rivier», onroerend goed alleen op termijn nog aan de overheid verkocht kan worden omdat deze schaderegeling niet op derden overdraagbaar is? Waarom is de regeling zo vormgegeven dat de overheid uiteindelijk alle gronden in handen krijgt en wat is hiervan het effect op de grondmobiliteit in het gebied?

Vraag 7

Hoe geeft u uitvoering aan de in december 2006 door de Eerste Kamer aangenomen motie-Eigeman Kamerstukken I 2006/2007, 30 080, E waarin onder andere wordt gevraagd om in het project Veessen–Wapenveld recht te doen aan de landbouwkundige waarden van het gebied?

Mededeling

Op 3 maart jl. ontving ik Kamervragen van lid Koppejan over de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld. En op 10 februari jl. heeft de vaste commissie voor EL&I aan staatssecretaris Bleker vragen gesteld over ontpoldering bij Ruimte voor de Rivier, met als casus «Doorwerth» (2011Z02364/2011D06714). De beantwoording van deze vragen heb ik, als eerstverantwoordelijke voor het programma Ruimte voor de Rivier, van hem overgenomen.

Beide Kamervragen zal ik, mede namens staatssecretaris Bleker, zo spoedig mogelijk beantwoorden.

Naar boven