Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de ministers van Defensie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over bijstand bij sporenonderzoek (ingezonden 15 maart 2011).

Antwoord van minister Hillen (Defensie), mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 13 april 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Militairen assisteren in sporenonderzoek op St. Maarten»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de minister van Defensie het verzoek voor zogenaamde «harde militaire bijstand» van bemanningsleden van Hr. Ms. Rotterdam aan Sint Maarten heeft goedgekeurd? Welke aanleiding was daartoe?

Antwoord 2

Begin maart heeft de Gouverneur van Sint Maarten de minister van Defensie verzocht om militaire bijstand ter ondersteuning van de politie van Sint Maarten. Naar aanleiding van dit verzoek zijn twintig militairen van het stationsschip Hr.Ms. Rotterdam ingezet ten behoeve van (sporen)onderzoek naar vier levensdelicten die kort na elkaar waren gepleegd. Bij dit type delict is het van groot belang om zo spoedig mogelijk sporen veilig te stellen. De inzet van de militairen heeft bijgedragen aan een succesvol verloop van het sporenonderzoek.

Vraag 3

Op basis van welke regelgeving vindt deze bijstand plaats?

Antwoord 3

De militaire bijstand is verleend op grond van het Koninklijk besluit van 3 juli 1987 betreffende aanwijzingen inzake de inzet van de krijgsmacht in de Nederlandse Antillen en Aruba.

Vraag 4

Hoe lang heeft deze bijstand geduurd?

Antwoord 4

De bijstand is verleend op 8 maart jl. van 08:00 uur tot 13:30 uur plaatselijke tijd.

Vraag 5, 6 en 7

In hoeverre zijn de bemanningsleden van Hr. Ms. Rotterdam adequaat getraind en uitgerust om sporenonderzoek uit te voeren?

Wie was de eindverantwoordelijke voor de bemanningsleden tijdens hun inzet?

Welke «rules of engagement» waren er voor de bemanningsleden?

Antwoord 5, 6 en 7

De militairen traden op onder leiding van de korpschef van het Politiekorps van Sint Maarten en onder gezag van de betrokken zaaksofficier van Justitie. Het zoeken naar bewijsmateriaal had plaats onder de directe leiding en met instructies van de politie. De instructies van de politie hadden onder meer betrekking op de herkenning en behandeling van bewijsmateriaal. Vanwege het karakter van de taakuitoefening zijn de militairen onbewapend en zonder geweldsinstructies ingezet.

Vraag 8

Hoe is de financiering van de kosten van deze inzet geregeld?

Antwoord 8

De additionele uitgaven van inzet van de krijgsmacht voor militaire bijstand en steunverlening worden ten laste gebracht van het fonds Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK).

Vraag 9 en 10

Hoe kan het tekort aan politieagenten voor een sporenonderzoek op Sint Maarten verklaard worden? Loopt het verbeterplan korps politie Sint Maarten op schema?

In hoeverre is de politie van Sint Maarten op dit moment in staat haar politietaken adequaat uit te voeren, zodat de veiligheid van de bevolking niet in het geding komt?

Antwoord 9 en 10

Door een toevallige samenloop van meerdere incidenten en publieksevenementen waarbij inzet van politie noodzakelijk was, ontstond op Sint Maarten een tekort aan politiecapaciteit. Er was niet alleen politiecapaciteit nodig voor de genoemde levensdelicten maar ook voor meerdere verkrachtingszaken. Daarnaast werden in deze periode het carnaval en de grootste manifestatie van Sint Maarten gehouden, de Heinekenregatta.

Vanwege onderbezetting bij de politie zijn, in het kader van het staatkundig proces, afspraken gemaakt over een minimale sterkte van het korps in 2011. In het plan van aanpak voor de politie is met die afspraken rekening gehouden. Het plan van aanpak korps politie is momenteel in uitvoering en over de voortgang wordt periodiek gerapporteerd door de voortgangscommissie. De eerste rapportage van de commissie wordt binnenkort verwacht. Over de voortgang van de uitvoering van de plannen van aanpak zal uw Kamer worden geïnformeerd.


X Noot
1

Amigoe, 9 maart 2011.

Naar boven