Vragen van de leden Spekman en Timmermans (beiden PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Immigratie en Asiel over de dreigende uitzetting van een Libische asielzoeker (ingezonden 25 februari 2011).

Antwoord van minister Leers (Immigratie en Asiel), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 11 april 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1841.

Vraag 1

Kent u het bericht dat een uitzetprocedure van een Libiër niet wordt gestaakt?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het op dit moment onverantwoord is om Libiërs terug te sturen naar Libië omdat zij hun leven niet zeker zijn? Zo ja, bent u dan van plan de uitzettingshandelingen voor Libiërs tenminste tijdelijk op te schorten en de vreemdelingendetentie (tijdelijk) op te heffen? Zo nee, waarom meent u dat uitzettingen naar Libië gegeven de huidige omstandigheden wel mogelijk zijn?

Antwoord 2

De situatie in Libië is zorgwekkend en het valt niet te voorspellen hoe deze zal evolueren. De regering blijft de situatie in Libië van dag tot dag volgen. Uitzettingen naar Libië zijn op dit moment niet aan de orde gelet op de onzekerheid omtrent de ontwikkelingen in Libië.

Vraag 3, 4

Kent u nog meer concrete gevallen van Libiërs die in vreemdelingenbewaring zitten met uitzicht op uitzetting? Zo ja, hoeveel personen betreft het hier?

In welke fase van hun uitzetting bevinden deze Libiër zich?

Antwoord 3, 4

Thans zitten ongeveer tien vreemdelingen met de gestelde Libische nationaliteit in vreemdelingenbewaring. De reden dat de bewaring van deze vreemdelingen niet is opgeheven is gelegen in het feit dat deze vreemdelingen in uitvoering van de Dublin-verordening kunnen worden overgedragen aan een andere lidstaat of omdat zij een gevaar vormen voor de openbare orde en veiligheid.

Vraag 5, 6

Deelt u de mening dat het refoulementverbod van toepassing is? Zo nee, waarom niet?

Welke verantwoordelijkheid hebt u ten aanzien van de veiligheid van asielzoekers die worden uitgewezen? Hoe ziet u in het licht van de huidige omstandigheden uw verantwoordelijkheid specifiek ten aanzien van uitzetting naar Libië?

Antwoord 5, 6

Nederland respecteert het refoulementverbod zoals dit in het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is vastgelegd. In het kader van een zorgvuldige asielprocedure met de mogelijkheid van een rechterlijke beoordeling, wordt getoetst of een vreemdeling vluchteling is in de zin van het Vluchtelingenverdrag, dan wel bij terugkeer te vrezen heeft voor een schending van artikel 3 EVRM. Dit biedt ruim voldoende waarborgen om uiteindelijk, bij een onherroepelijk geworden afwijzende beslissing op het verzoek om toelating, een verantwoorde terugkeer te kunnen realiseren. Tot zover reikt de verantwoordelijkheid van Nederland ten aanzien van vreemdelingen die in Nederland een asielaanvraag indienen.

Vraag 7

Hoe verhoudt zich het actief repatriëren uit Libië van Nederlandse staatsburgers met het actief uitzetten naar Libië van Libische staatsburgers?

Antwoord 7

Zoals ik reeds heb geantwoord op vraag 2 zijn uitzettingen naar Libië op dit moment niet aan de orde. Afgezien daarvan valt de situatie van Nederlanders in Libië niet te vergelijken met de situatie van de Libische onderdanen in Libië.

Vraag 8

Deelt u de mening dat het bestaande ambtsbericht Libië gedateerd is en derhalve geen basis meer kan vormen voor uitzettingen naar dat land? Zo ja, wanneer komt er een geactualiseerd ambtsbericht en worden tot die tijd uitzettingen opgeschort? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

De huidige ontwikkelingen inzake de veiligheidssituatie en politieke situatie zijn in het bestaande ambtsbericht uiteraard niet meegenomen. Door mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken word ik evenwel op de hoogte gehouden van de actuele situatie in Libië.

Vraag 9

Wilt u deze vragen per ommegaande beantwoorden?

Antwoord 9

Helaas is dit niet mogelijk gebleken.


X Noot
1

Email onderhands verstrekt aan de bewindspersoon.

Naar boven