Vragen van het lid
Jacobi
(PvdA) aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over het proefjaar waarin de zeeverkeerscentrale en de vuurtorens
naast elkaar werken (ingezonden 14 maart 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Atsma
(Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 8 april 2011).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden van 22 december 2010 op eerdere vragen over de ingebruikname en testperiode van de zeeverkeerscentrale?1 Bent u bereid nadere details te geven over de proef die u een jaar lang gaat houden, waarin de zeeverkeerscentrales en de
bemande vuurtorens naast elkaar opereren?
Antwoord 1
Ja, de antwoorden herinner ik mij. Ik heb de antwoorden immers zeer recent aan u gegeven. Specifieke informatie over de uitwerking
van het vergelijkingsjaar kan ik u echter nog niet geven op dit moment. Thans wordt met de leverancier overlegd over de radar
op Schiermonnikoog en over het ontwerp van het camerasysteem. Zodra daar overeenstemming over is bereikt zullen de plannen
voor het vergelijkingsjaar worden uitgewerkt.
Vraag 2
Is het uw bedoeling om tijdens het draaien van de proef zowel de vuurtoren op Schiermonnikoog als op Terschelling te bemensen
en in de proef op te nemen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ja, zoals u weet heb ik dat in december toegezegd.
Vraag 3
Welke functie en taken hebben de mensen die in het proefjaar de vuurtorens gaan bezetten?
Hoe laat de taakverdeling zich vergelijken tot de situatie zoals die op dit moment bestaat?
Antwoord 3
Omdat de definitieve plannen voor het vergelijkingsjaar nog moeten worden vastgesteld, kan ik u hierover op dit moment nog
geen sluitende informatie geven.
Vraag 4
Behoort de radarbegeleiding van schepen ook tot de taken die de vuurtorenwachters tijdens de proef uitvoeren? Zo ja, hoe vindt
de afbakening plaats van de taken van de vuurtorenwachters en de medewerkers van de zeeverkeerscentrale? Zo nee, hoe kan zonder
begeleiding vanaf de vuurtoren tijdens de proef een goede vergelijking gemaakt worden tussen begeleiding vanuit de centrale
en vanaf de toren?
Antwoord 4
Zie antwoord 3. Uitgangspunt is dat de veiligheid op de Waddenzee minimaal gehandhaafd blijft, ook tijdens de vergelijking
tussen verkeersbegeleiding vanaf de vuurtoren en vanuit de Zeeverkeerscentrale.
Vraag 5
Waarom is gekozen voor een bezetting van de vuurtorens van gemiddeld twaalf uur per dag in plaats van vierentwintig uur per
dag? Op welke tijden zullen de vuurtorens bezet zijn?
Hoe kunt u weten dat bezetting op de overige tijden geen meerwaarde zal hebben en dus niet in de proef opgenomen hoeft te
worden?
Antwoord 5
Een definitief besluit over de bezetting van de vuurtorens neem ik pas op basis van de bevindingen uit het vergelijkingsjaar.
Wél heb ik toegezegd dat de vuurtorens op termijn gemiddeld twaalf uur per dag worden bezet omdat de aanwezigheid van het
menselijk oog overdag in mijn ogen zeer gewenst is.
Vraag 6
Welke vorderingen zijn sinds de beantwoording van de vorige vragen gemaakt met de opbouw van het radarsysteem en de inrichting
van de zeeverkeerscentrale?
Wanneer verwacht u dat de proef kan beginnen?
Antwoord 6
Sinds december 2010 zijn door de leverancier van het radarsysteem op Schiermonnikoog diverse aanpassingen doorgevoerd om het
radarsysteem aan de eisen te laten voldoen. Het systeem wordt nu getest waarna zal blijken of het aan de gestelde eisen kan
gaan voldoen. Met de inrichting van de Zeeverkeerscentrale op Terschelling wordt pas gestart nadat het radarsysteem voldoet
en er overeenstemming is over het camerasysteem. Het evaluatiejaar begint na een succesvolle ingebruikname toets van de Zeeverkeerscentrale.
Vraag 7
Bent u bereid na afloop van de proef alle opties open te houden, inclusief het herintroduceren van permanent bemenste vuurtorens
en de ontmanteling van de zeeverkeerscentral?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
X Noot
1
Aanhangsel van de Handelingen II 2010–2011, nr. 882.