Vragen van het lid Groot (PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën over de zorgtoeslag (ingezonden 9 maart 2011).

Mededeling van staatssecretaris Weekers (Financiën) (ontvangen 7 april 2011).

Vraag 1

Is het waar dat bij overlijden van een partner twaalf maal het gemiddeld maandinkomen van die persoon tot zijn overlijden wordt gehanteerd voor de (her)berekening van de zorgtoeslag voor de achterblijvende partner, opgehoogd met het inkomen van de nabestaande?1

Vraag 2

Is het waar dat dit kan betekenen dat in zo’n geval de zorgtoeslag wordt berekend op een jaarinkomen dat nooit daadwerkelijk is verkregen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat dit onredelijk is?

Vraag 4

Hoeveel huishoudens worden per jaar geconfronteerd met een dergelijke situatie?

Vraag 5

Bent u bereid de regelgeving op dit punt te veranderen en uit te gaan van daadwerkelijk verkregen inkomen van het huishouden? Zo ja, met ingang van wanneer? Zo neen, waarom niet?

Mededeling

Het lid Groot heeft 9 maart j.l. vragen gesteld. Hierbij laat ik u weten dat de beantwoording niet binnen de gestelde termijn kan plaatsvinden. U ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.


X Noot
1

Voorbeeld: man heeft € 24 000 inkomen op jaarbasis. De vrouw heeft geen inkomen. De zorgtoeslag wordt berekend op € 24 000. De man overlijdt 1 juli (€ 12 000 inkomen gerealiseerd). De vrouw verwerft in de rest van dat kalenderjaar een inkomen van € 8000.

De zorgtoeslag wordt in verband met het overlijden herberekend op basis van (€ 12 000/6 x 12 maanden + € 8000 =) € 32 000. Gevolg: er is teveel zorgtoeslag betaald en er wordt teruggevorderd.

Naar boven