Vragen van de leden
Timmermans,
Dikkers
en
Plasterk
(allen PvdA) aan de ministers van Financiën, Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over banken
die olie en mijnbouwbedrijven onvoldoende aanspreken over hun betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen (ingezonden 18 februari
2011).
Antwoord van minister
De Jager
(Financiën), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
(ontvangen 5 april 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de vierde editie van de «Eerlijke Bankwijzer» van Amnesty International, FNV Mondiaal, Oxfam Novib,
Milieudefensie en de Dierenbescherming?1
Vraag 2, 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Nederlandse banken investeren in bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen?
Wat is uw reactie op de berichtgeving dat drie grondstofwinnende bedrijven (Shell, Vedanta Resources en Barrick Gold) de laatste
jaren systematisch betrokken geweest zijn bij schendingen van mensenrechten, maar het merendeel van de ondervraagde banken
deze bedrijven onvoldoende hebben aangesproken over deze ongewenste praktijkuitvoering?
Antwoord 2, 3
Het spreekt voor zich dat elke schending van mensenrechten onwenselijk is. Het is een goede zaak dat over maatschappelijk
verantwoord ondernemen (hierna: MVO) een maatschappelijke discussie plaatsvindt.
De opzet en omvang van het onderzoek waaraan wordt gerefereerd vormen naar mijn oordeel echter geen aanleiding om hieraan
vergaande conclusies te verbinden over het MVO-beleid of de investeringsbeslissingen van de Nederlandse banken. Elke bank
heeft zijn eigen MVO-beleid en maakt in het kader daarvan keuzes om bepaalde acties wel of niet te ondernemen. Ik verwijs
hierbij naar de beantwoording van vraag 5.
Vraag 4
Bent u van mening dat financiële instellingen volledig en genoeg rapporteren over maatschappelijk verantwoord ondernemen en
investeren?
Antwoord 4
Voor een oordeel over de vorm en mate waarin onder meer financiële instellingen rapporteren over MVO verwijs ik naar de Transparantiebenchmark
die jaarlijks in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt uitgevoerd. Uit het laatste
onderzoek van deze benchmark over het boekjaar 2009 kwam naar voren dat de sector «banken en verzekeraars» gemiddeld het beste
scoort van alle deelnemende sectoren als het gaat om transparantie in de verslaggeving over MVO.
Vraag 5
Herinnert de minister van Financiën zich zijn uitspraak: «Banken zijn geen gewone bedrijven, banken hebben een publieke functie
en daardoor ook een publieke, maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daar spreek ik hen op aan, daar spreekt het kabinet hen
op aan, maar ook hun klanten en ook maatschappelijke organisaties zoals de initiatiefnemers van de Eerlijke Bankwijzer.2 Op welke wijze spreekt u banken hierop aan en welke concrete sancties zijn verbonden indien zij niet voldoen aan de door
u gewenste transparantie?
Antwoord 5
Ja. Ik vind het van belang dat ondernemingen, waaronder banken, een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen
en daaraan concrete invulling geven. Op welke wijze die verantwoordelijkheid wordt ingevuld, is in de eerste plaats aan de
onderneming zelf. Ondernemingen dienen een eigen afweging te maken en daarover transparant te communiceren met hun stakeholders.
Het is vervolgens aan de stakeholders om te bepalen of zij dit voldoende vinden en zo niet, welke consequenties ze hieraan
verbinden. Zo spreek ik banken in mijn hoedanigheid van aandeelhouder aan op de aanwezigheid van concreet MVO-beleid en transparante
communicatie op dit gebied. Ik verwijs hierbij naar de beantwoording van vraag 6.
Voor het overige merk ik op dat banken in het kader van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid een belangrijke stap hebben
gezet met de Code Banken. Deze code bevat principes voor prudent en duurzaam bankieren in de toekomst onder meer op het terrein
van risicomanagement en beloningen. Banken leggen in hun jaarverslag verantwoording af over de naleving van deze code. Ik
vind het van belang dat banken laten zien dat ze daadwerkelijk hun (maatschappelijke) verantwoordelijkheid nemen door de bepleite
cultuur- en gedragsverandering kracht bij te zetten. Indien mocht blijken dat de naleving van de code onder de maat is, zal
ik nadere (wettelijke) maatregelen treffen.
Vraag 6
Wat vindt u van het feit dat in de rangschikking van de «Eerlijke Bankwijzer» ABN AMRO het slechts scoort? Herinnert u zich
uw pleit dat «in de verslaglegging over 2010 ABN AMRO meer aandacht moet besteden aan MVO»2 en dat u als aandeelhouder de bank hierop zou aanspreken? Heeft u dit inmiddels gedaan? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 6
In hoedanigheid van aandeelhouder heb ik het belang van transparantie over MVO bij ABN AMRO onder de aandacht gebracht.
ABN AMRO heeft van oudsher een naam hoog te houden op dit gebied en zal separaat rapporteren over dit onderwerp. Wel moet
bedacht worden dat ABN AMRO in haar huidige vorm pas bestaat sinds juli 2010. De bank heeft de ambitie uitgesproken om op
MVO-gebied een leidende rol te spelen.
X Noot
1FD, «Banken hebben onvoldoende oog voor mensenrechten», 14 februari 2011 en www.eerlijkebankwijzer.nl
X Noot
2Symposium «Naar een transparante financiële sector» – 27 januari 2011 – Uitspraak minister De Jager.