Vragen van het lid Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) aan de ministers van Financiën en van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het bericht dat ouders de gehele kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht terug moeten betalen wanneer het gastouderbureau verdacht wordt van fraude (ingezonden 27 september 2010).

Antwoord van minister Rouvoet (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de minister van Financiën (ontvangen 13 oktober 2010).

Vraag 1

Kent u de uitzending van Radar d.d. 20 september 2010?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op het bericht dat ouders de kinderopvangtoeslag in zijn geheel en met terugwerkende kracht moeten terugbetalen nu het gastouderbureau de Appelbloesem wordt verdacht van fraude?

Antwoord 2

Dit bericht is onjuist. Terugvorderingen vinden plaats ingeval er (gedeeltelijk) geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag. Vraagouders zijn ingevolge de Wet kinderopvang immers zelf verantwoordelijk voor de juistheid van hun aanvraag.

Eind 2009 is een vooronderzoek van de FIOD-ECD naar de handelwijze van gastouderbureau De Appelbloesem afgerond. Toen uit schriftelijke gegevens bleek dat ouders mogelijk (gedeeltelijk) geen recht hadden op kinderopvangtoeslag is de uitbetaling van de toeslagen eind 2009 aan de ouders opgeschort en is een onderzoek gestart naar de rechtmatigheid van de toeslagaanvragen. De ouders die gebruik maakten van De Appelbloesem zijn eind 2009 over dit onderzoek, de opschorting van de uitbetaling van de toeslag en mogelijke terugvordering van al uitbetaalde toeslagen per brief door de Belastingdienst/Toeslagen geïnformeerd. In september 2010 is het onderzoek naar de rechtmatigheid van de toeslagaanvragen afgerond. De ouders bij wie (gedeeltelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat zijn per brief geïnformeerd. In die brief is toegelicht waarom zij (gedeeltelijk) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Enkele dagen later kregen de vraagouders de terugvorderingsbeschikking. Tegen deze beschikking staat bezwaar en beroep open. Als vraagouders in bezwaar gaan dan wordt de invordering opgeschort, dit betekent dat zij het bedrag nog niet hoeven te betalen.

Vraag 3

Om hoeveel ouders gaat het?

Antwoord 3

Uit het onderzoek van de Belastingdienst/Toeslagen blijkt dat er bij verscheidene ouders geen recht bestond op kinderopvangtoeslag. In het kader van de zorgvuldigheid ten aanzien van de betrokken ouders kan ik u hierover niet meer informatie verstrekken.

Vraag 4

Waarom hebben de ouders sinds november 2009 nog gastoudertoeslag ontvangen, terwijl de inval van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst-Economische controledienst (FIOD-ECD) toen al aanleiding gaf tot het vermoeden van fraude? Het vermoeden van fraude (en derhalve onjuiste gegevens in de aanvraag toeslag) is nu immers aanleiding tot het terugvorderen van de toeslag.

Antwoord 4

Dit is onjuist. De ouders hebben vanaf eind 2009 geen kinderopvangtoeslag meer ontvangen. Dit is onmiddellijk gebeurd na afronding van het vooronderzoek van de FIOD-ECD naar de handelwijze van gastouderbureau De Appelbloesem. De terugvorderingsbeschikkingen betreffen echter de reeds (gedeeltelijk) ten onrechte uitbetaalde kinderopvangtoeslag 2008 en 2009. De ouders waren over de mogelijkheid hiervan al bij brief van eind 2009 op de hoogte gesteld.

Vraag 5 en 6

Waarom krijgen ouders geen antwoord op hun vragen bij de belastingtelefoon over onduidelijkheden in de beschikking?

Wat doet u om de onzekerheid van ouders, als gevolg van de gebrekkige informatie bij de belastingtelefoon, zo snel mogelijk te beëindigen?

Antwoord 5 en 6

De Belastingdienst/Toeslagen heeft de betrokken vraagouders, voorafgaand aan de terugvorderingsbeschikking, per brief geïnformeerd over de reden waarom de toeslag geheel of gedeeltelijk wordt teruggevorderd. Deze toelichting was volledig toegesneden op de criteria waarom zij (gedeeltelijk) geen recht hadden op kinderopvangtoeslag. Aangezien deze brief als volledig werd beschouwd en de Belastingtelefoon (BelTel) ingericht is op het verstrekken van algemene informatie, is aan de bellers te kennen gegeven dat zij naar aanleiding van de beschikking een bezwaarschrift kunnen indienen. Nu is gebleken dat er toch enige behoefte is aan een mondelinge toelichting heeft de Belastingdienst er voor gezorgd dat de betreffende ouders met hun vragen over de terugvorderingsbeschikking bij de BelTel terecht kunnen. Zij zullen dan binnen twee werkdagen worden teruggebeld. Voor de lange termijn zal een op maat gemaakt bezwaar- en invorderingsproces worden opgezet. De ouders zullen over dit laatste schriftelijk worden geïnformeerd.

Vraag 7

Waarom worden ouders gesommeerd de ontvangen toeslag terug te betalen, terwijl deze gebruikt is voor waar zij voor bedoeld is, de gastouderopvang?

Antwoord 7

Terugvordering vindt plaats in de gevallen dat er (gedeeltelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat. In de wet- en regelgeving zijn eisen gesteld waaraan ouders moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de kinderopvangtoeslag. In de gevallen waarbij de vraagouders hun gehele kinderopvangtoeslag moeten terugbetalen is niet voldaan aan de vereisten die voortvloeien uit Wet kinderopvang. Het ten onrechte uitbetaalde bedrag dient te worden teruggevorderd. Bedragen zijn onterecht uitbetaald indien er sprake is van: het claimen van meer dan 52 weken kinderopvang (in een jaar), het zonder bewijs indienen van een aanvraag met terugwerkende kracht, het niet betalen van een eigen bijdrage voor de kinderopvang, het gebruik van kinderopvangtoeslag voor de betaling van de premie van een studieverzekering, voor de spaarpot van kinderen of ten behoeve van het eigen besteedbare inkomen.

Vraag 8

Is er in de beschikking rekening mee gehouden dat ouders door het terugvorderen van de toeslag verantwoordelijk worden gehouden voor de mogelijke frauduleuze praktijken van het gastouderbureau de Appelbloesem, terwijl zij te goeder trouw de aanvraag voor de toeslag uit handen hebben gegeven aan het gastouderbureau dat nota bene erkend was door de overheid?

Antwoord 8

Vraagouders ontvangen een terugvorderingsbeschikking indien er (gedeeltelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat. Het is mogelijk dat ouders te goeder trouw de aanvraag uit handen hebben gegeven maar dat neemt niet weg dat de verantwoordelijkheid voor de aanvraag bij de ouders zelf ligt en niet bij het gastouderbureau.

Vraag 9

Wat is de status van een erkend gastouderbureau en welk vertrouwen mogen ouders daaraan ontlenen mede in relatie tot de (Gemeentelijke gezondheidsdienst) GGD-inspectie?

Antwoord 9

Een erkend gastouderbureau voldoet aan de wettelijke vereisten. Hierop toetst de GGD met behulp van een toetsingskader. De GGD toetst thans onder andere of het gastouderbureau in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk laat zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat. Tevens toetst de GGD bijvoorbeeld of personen werkzaam bij het gastouderbureau in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag en of de houder van het gastouderbureau een pedagogisch beleidsplan heeft waarin de voor het gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. Het feit dat een gastouderbureau voldoet, ontslaat een vraagouder niet van iedere verantwoordelijkheid bij de aanvraag van de kinderopvangtoeslag. Zo dient de vraagouder bijvoorbeeld het aantal te betalen uren en de ouderbijdrage zelf te controleren en kan de vraagouder daarvoor niet vertrouwen op de GGD-inspectie.

Vraag 10

Kunt u toezeggen dat ouders de toeslag niet terug hoeven te betalen wanneer blijkt dat zij alle informatie eerlijk hebben opgegeven en de toeslag gebruikt is waar zij voor bedoeld is?

Antwoord 10

Ten aanzien van de vraagouders geldt dat ten onrechte uitbetaalde bedragen door de Belastingdienst/Toeslagen worden teruggevorderd. Vraagouders die van mening zijn dat zij wel aan de wettelijke vereisten hebben voldaan hebben de gelegenheid om in bezwaar en beroep te komen. Als in de bezwaarfase blijkt dat wel is voldaan aan de wettelijke vereisten, dan wordt de terugvorderingsbeschikking herzien.

Vraag 11

Kan worden voorkomen dat een frauderend/failliet gastouderbureau in de toekomst opnieuw kan beginnen? Zo nee, wat gaat u hier aan doen?

Antwoord 11

Ja. Hiervoor moet echter een wettelijke grondslag worden gecreëerd. Ik ben voornemens die grondslag in een volgende wetswijziging te creëren.

Vraag 12

Zijn er naast de Appelbloesem nog meer gastouderbureaus die onder verdenking zijn van fraude dan wel dreigen failliet te gaan? Zo ja, hoeveel? Zijn betrokken ouders bij een dergelijk gastouderbureau ook gesommeerd de toeslag terug te betalen?

Antwoord 12

Er zijn meerdere gastouderbureaus die van fraude worden verdacht. Ook dan vindt terugvordering plaats in de gevallen dat er (gedeeltelijk) geen recht op kinderopvangtoeslag bestaat. Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat dit het geval is. Onbekend is of er bureaus failliet dreigen te gaan.

Vraag 13

Bent u bereid deze vragen binnen 14 dagen te beantwoorden?

Antwoord 13

Ja.


XNoot
1

Radar, «Toeslag kinderopvang», 20 september 2010.

Naar boven