Vragen van het lid
Irrgang
(SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over een Afrikaans biogas project (ingezonden 11 maart 2011).
Antwoord van staatssecretaris
Knapen
(Buitenlandse Zaken) (ontvangen 1 april 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Nederlandse hulporganisaties «stelen» Afrikaans project»?1
Antwoord 1
Ik betreur het dat een in mijn ogen goed lopend programma op deze manier in het nieuws komt.
Vraag 2
Is het waar dat SNV en Hivos in 2009 het project hebben gekaapt en vervolgens door de Nederlandse regering laten financieren?
Zo neen, wanneer is uw financiering van het project begonnen?
Antwoord 2
Biogas wordt al jarenlang toegepast. De activiteit beoogt om met gebruikmaking van de jarenlange ervaringen van een succesvol
regionaal Azië biogasprogramma ook een programma voor Afrika op te zetten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft daartoe
met publieke middelen in de periode 2007–2008 het voortraject voor een biogasprogramma in Afrika gefinancierd, bestaande uit
de lancering van het initiatief en het verrichten van haalbaarheidsstudies. Van de tijdens voornoemde periode ontwikkelde
studies berust het intellectuele eigendom bij BZ.
Het Africa Biogas Partnership Program (ABPP) was een samenwerkingsverband van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Hivos,
SNV en het Biogas for Africa Initiative, dat bestond uit enkele Afrikaanse organisaties. In 2008 werd het Biogas for Africa
Initiatief, dat geen formele juridische status had, omgevormd tot de Stichting Biogas for Better Life. Naar het oordeel van
het ministerie van Buitenlandse Zaken waren de beheersmatige risico’s te groot om aan deze jonge en kleine stichting een subsidie
van 30 miljoen Euro toe te kennen. Het ging en gaat immers om het uitvoeren vanaf 2009 van een omvangrijk en complex programma
in Burkina Faso, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Senegal en Tanzania. Er is toen om die redenen voor gekozen Hivos een subsidie
toe te kennen van 30 miljoen Euro. SNV draagt uit zijn eigen middelen aan het project bij. Zij beschikten en beschikken wel
over voldoende beheers- en uitvoeringscapaciteit. Bovendien hadden Hivos en SNV reeds ervaring opgedaan met de uitvoering
biogasprogramma’s in Vietnam, Bangladesh, Cambodja en Laos.
De voorbereiding van het biogasprogramma is begonnen in 2006. Er werden o.m. haalbaarheidstudies uitgevoerd, een bijeenkomst
met Afrikaanse stakeholders georganiseerd en een studie uitgevoerd voor een Research & Development programma.
Vraag 3
Kunt u aangeven van wanneer het voorstel van de «stichting Biogas for Better Life» om toepassing van biogastechnologie in
Afrika van de grond te krijgen dateert? Is het waar dat het voorstel reeds vóór aanvang van de Nederlandse financiering is
ontwikkeld? Zo nee, wanneer dan wel?
Antwoord 3
De Stichting Biogas for Better Life heeft op 25 augustus 2008 een brief met bijgevoegd voorstel aangeboden aan het ministerie
van Buitenlandse Zaken. Het voorstel is ontwikkeld vóór aanvang van de Nederlandse financiering.
Vraag 4
Was u op de hoogte van de klachten die de Afrikaanse bestuurders en adviseurs van de «stichting Biogas for Better Life: an
African Initiative» middels interne communicatie aan SNV en Hivos hebben overgebracht?
Vraag 5
Indien het antwoord op de vorige vraag bevestigend luidt, kunt u dan aangeven van wanneer deze klachten dateren, waar de klachten
uit bestonden en wat er met deze klachten is gedaan?
Antwoord 5
Deze klachten werden naar voren gebracht in de onder antwoord 3 genoemde brief van 25 augustus 2008. De belangrijkste klacht
was dat de stichting het niet eens was met de aan haar door de andere partners toegemeten rol op het gebied van lobby, advocacy
en communicatie. De stichting achtte deze rol te beperkt en wilde ook bij de uitvoering worden betrokken. Op 28 augustus 2008
werd hierover door het ministerie van Buitenlandse Zaken, Hivos, SNV en de stichting gesproken. De betrokkenen konden het
echter niet eens worden over de omvang van de rol van de stichting waarna de stichting zelf op 28 augustus 2008 heeft besloten
zich uit het samenwerkingsverband terug te trekken. Nadat de subsidie aan Hivos was verleend, hebben noch Hivos, SNV noch
het ministerie signalen van de stichting ontvangen dat de stichting terug wilde komen op het eerder genomen besluit verder
geen deel te willen nemen aan het partnerschap.
Vraag 6
Indien het antwoord op vraag 4 ontkennend luidt, bent u dan bereid deze klachten alsnog te achterhalen en te openbaren? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 6
Niet van toepassing.
Vraag 7
Welke conclusies verbindt u aan deze kwestie?
Antwoord 7
De belangrijkste conclusie is dat het bewuste artikel in de Volkskrant van 7 maart jl. op onjuiste informatie berust.
X Noot
1Volkskrant, Nederlandse hulporganisaties «stelen» Afrikaans project, 7 maart 2011.