Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de arrestatie van leiders van de Iraanse oppositie (ingezonden 3 maart 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 maart 2011)

Vraag 1, 2

Heeft het Iraanse regime de oppositieleiders Moussavi en Karoubi gearresteerd?

Zo ja, weet u ook waarom? Klopt het dat zij ervan worden beschuldigd «contra-revolutionairen» te zijn die «hoogverraad» plegen?

Antwoord 1, 2

Het is mij niet bekend of Moussavi en Karoubi gearresteerd zijn. Hoewel persbureau Reuters melding maakt van de arrestatie van oppositieleiders Moussavi en Karoubi en zich daarbij baseert op de website van Moussavi, hebben de Iraanse autoriteiten dit bericht tot op heden niet bevestigd, zelfs niet in antwoord op een demarche door het EU-voorzitterschap in Teheran.

Vraag 3, 4

Bent u bereid het voortouw te nemen om te komen tot een veroordeling van deze arrestaties door de Europese Unie en mogelijk de Verenigde Naties? Zo ja, kunt u de Kamer informeren over de stappen die u hiertoe onderneemt?

Welke mogelijkheden ziet u om de druk op het Iraanse regime te vergroten zodat zij politieke tegenstanders niet oppakt en in de gevangenis zet? Bent u bereid deze mogelijkheden maximaal in te zetten, zodat er alles aan gedaan kan worden om het lot van de oppositieleiders te verbeteren?

Antwoord 3, 4

Op 2 maart 2011 heeft in opdracht van Hoge Vertegenwoordiger Ashton een demarche plaatsgevonden door de Hongaarse ambassadeur in zijn positie als lokale EU-voorzitter bij het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken over de vermeende arrestatie van de twee oppositieleiders. De Iraanse autoriteiten hebben geweigerd het bericht te bevestigen of andere feitelijke informatie over hun situatie te verstrekken. Hoge Vertegenwoordiger Ashton gaf op 4 maart een verklaring uit waarin zij haar zorg uitspreekt over de situatie van de twee oppositieleiders. Ashton roept de Iraanse autoriteiten op hun bewegingsvrijheid te garanderen en veroordeelt de onderdrukking van de Iraanse oppositie.

In de VN-Mensenrechtenraad is bespreking van een Iran-resolutie geagendeerd. In die resolutie zal expliciet worden verwezen naar het recht op vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging.

De berichten over de vermeende arrestatie van de beide oppositieleiders worden door de Nederlandse regering op de voet gevolgd. Nederland zal daar waar mogelijk de Iraanse autoriteiten aanspreken op deze kwestie.

Naar boven