Vragen van de leden Van Klaveren, Beertema en Wilders (allen PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een mishandeling vanwege het niet dragen van een hoofddoek (ingezonden 8 februari 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 24 maart 2011)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1642.

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Meisje mishandeld om hoofddoek»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de visie dat de intentie van deze mishandeling tekenend is voor het onderdrukkende karakter van de islam? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Nee, die visie deel ik niet. Op basis van informatie van de betreffende school en de gemeente concludeer ik dat het al dan niet dragen van een hoofddoek geen rol heeft gespeeld bij dit incident.

Vraag 3

Bent u van mening dat deze gebeurtenis de noodzaak van een verbod op het dragen van hoofddoekjes op onderwijsinstellingen eens te meer duidelijk maakt? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Nee. Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven speelde het al dan niet dragen van een hoofddoek geen rol bij de door u aangehaalde kwestie.

Vraag 4

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen ten einde de daders van dit soort vrijheidsbeperkende islamitische onderdrukking/mishandeling van onderwijsinstellingen te verwijderen en te laten vervolgen?

Antwoord 4

Geen, het Rijk is hiertoe niet bevoegd. De school heeft de bevoegdheid een leerling te schorsen of te verwijderen indien daarvoor voldoende aanleiding is. Voor strafrechtelijke vervolging van mishandeling moet aangifte worden gedaan. Indien daarbij sprake is van delicten met discriminatoire aspecten nemen politie en Justitie dit zeer serieus. In dit geval bleek het echter niet te gaan om een dergelijk delict. Zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3.


X Noot
1

www.alphenstadfm.nl, 4 februari 2011.

Naar boven