Vragen van het lid De Liefde (VVD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Hufters op het veld harder straffen» (ingezonden 28 januari 2011).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 maart 2011).

Vraag 1, 2, 3, 4

Wat vindt u van de conclusies die de Kennispraktijk naar aanleiding van het project «Samen voor sportiviteit en respect» trekt in haar vandaag gepubliceerde rapport?1

Deelt u de conclusies die de Kennispraktijk trekt? Bent u bereid een inhoudelijke reactie op de inhoud van het rapport naar de Kamer te sturen, dan wel te verwerken in de eerder toegezegde Sportbrief? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid bij de betrokken sportbonden te informeren op welke wijze zij de conclusies uit het rapport van Kennispraktijk in de praktijk gaan omzetten, onder andere op het gebied van meer uniforme strafbepalingen bij geweld op sportvelden?

Bent u het eens met de stelling in het artikel «Zware sanctie bij zware overtreding werkt bevorderend voor de sportiviteit»? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 1, 2, 3, 4

Ik ben van mening dat sportiviteit en respect hoger op de agenda moeten bij de sport en de sportverenigingen. Sportiviteit en respect worden veelal gezien als iets extra’s dat pas aan de orde komt als overige zaken geregeld zijn. Ik deel dan ook de conclusie dat «normaal doen» weer vanzelfsprekend moet worden in de sport. Tevens kan ik u melden dat ik reeds met de sport (NOC*NSF, KNVB en KNHB), gemeenten (VNG en VSG), het ministerie van Veiligheid en Justitie en MO-groep Welzijn in overleg ben om de sport veiliger te maken, ongewenst gedrag tegen te gaan en uitwassen aan te pakken. Dit overleg zal resulteren in een actieplan dat ik nog dit voorjaar naar de Kamer zal sturen. De conclusies uit genoemd rapport neem ik mee in het opstellen van het actieplan.


X Noot
1

Metro, «Hufters op veld harder straffen», 27 januari 2011.

Naar boven