Vragen van het lid
Elias
(VVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over politiek gekleurde informatie verspreid onder ouders van leerlingen
op de Christelijke Basisschool Het Klinket te Arnhem (ingezonden 1 maart 2011).
Antwoord van minister
Van Bijsterveldt-Vliegenthart
(Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 23 maart 2011).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brief getiteld «Protesteer mee tegen bezuinigingen op passend onderwijs» die verspreid is onder
de ouders van leerlingen op de Christelijke Basisschool Het Klinket, waarin de schoolleider Loes Hilderink van de betreffende
school oproept tot protest tegen de bezuinigingen op het passend onderwijs?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting van de school dat de brief een onjuiste weergave van feiten inzake het kabinetsbeleid met betrekking
tot passend onderwijs geeft en daarmee een eenzijdige en politiek gekleurde boodschap bevat?
Antwoord 2
In betreffende brief wordt uitgegaan van twee onjuiste veronderstellingen over de plannen op het passend onderwijs. Ten eerste
wordt gesteld dat er door de bezuinigingen «... voor tienduizenden leerlingen geen plaats meer zal zijn in het speciaal onderwijs.»
De capaciteit van de huidige bijna 70 000 plekken blijft bij de invoering van passend onderwijs echter bekostigd. Wel wordt
deze bekostiging in het speciaal onderwijs iets lager met als gevolg dat daar de klassen gemiddeld 10% groter worden.
In de brief wordt verder aangegeven dat reguliere basisscholen «... meer zorgleerlingen krijgen, die eigenlijk niet geholpen
kunnen worden in de basisschool en ook niet meer doorverwezen kunnen worden naar het speciaal basisonderwijs». Dit is onjuist.
Het geld van de huidige rugzakjes voor extra begeleiding blijft bij het reguliere onderwijs. Hier wordt niet op bezuinigd.
Daarnaast ontvangen reguliere scholen extra geld om begeleiding van zorgleerlingen op maat in te richten. Verder blijft het
mogelijk leerlingen door te verwijzen naar het speciaal onderwijs. De school van aanmelding kan ervoor kiezen om onderwijs
op de eigen school aan te bieden, maar kan ook een aanbod doen bij een andere school of in het speciaal onderwijs.
Om dit soort misverstanden te voorkomen en weg te nemen heb ik besloten alle scholen op verschillende manieren te informeren
over mijn plannen. Zoals ik in het vragenuurtje op 8 maart heb aangegeven, ga ik alle schoolbesturen, scholen en medezeggenschapsraden
in het primair onderwijs een brief sturen over de voorstellen passend onderwijs. Hiermee wil ik de verkeerde beelden in de
media rechtzetten. Verder houd ik het veld op de hoogte via de nieuwsbrief van de directie Primair Onderwijs. Ook is op de
website van de Rijksoverheid een onderwerp «passend onderwijs» aangemaakt waar mensen actuele informatie kunnen vinden: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat een schoolleider geen eenzijdige politieke boodschappen behoort te verspreiden in en om een school?
Antwoord 3
Zoals ik u op 11 februari 2011 heb aangegeven in mijn antwoord aan de leden Wilders, Bosma en Beertema is de taak van de directeur
van een school omschreven in artikel 29, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs (WPO): «Bij de directeur van een school
berust, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, de onderwijskundige, organisatorische en huishoudelijke leiding
van een school.» Op grond van de artikelen 30a en 31 van de WPO kan het bevoegd gezag hem bij wet opgedragen taken en bevoegdheden
delegeren of mandateren aan (onder andere) de directeur.
Tot de bovengenoemde, al dan niet gedelegeerde of gemandateerde, taken van de directeur behoort uiteraard niet het uiten van
een mening over een politieke partij. Dat neemt niet weg dat het de directeur in beginsel vrijstaat zijn mening te uiten over
zaken die niet met die taken in verband staan. Zoals bekend is het uiten van een mening immers vrij, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet. Het betreft hier een grondrecht dat is vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet.
Vraag 4
Heeft u kennisgenomen van het feit dat zowel tijdens de Nationale Voorleesdag op 19 januari 2011 als tijdens de Warme Truiendag
op 4 februari 2011 de Arnhemse SP-Wethouder Blijenberg op uitnodiging deze basisschool bezocht, terwijl andere politici de
school in die periode niet bezochten?2 Lijkt hiermee volgens u «Het Klinket» een wel erg eenzijdig politiek podium te bieden, waarvan geen sprake behoort te zijn?
Antwoord 4
Ja, van dit feit heb ik kennis genomen.
In Arnhem is mevrouw Blijenberg Wethouder onderwijs en jeugd. Op de Nationale Voorleesdag en de Warme Truiendag bezochten
in diverse gemeenten betrokken wethouders scholen in het land, zo ook binnen Arnhem. Verder staat het scholen vrij om te beslissen
wie zij uitnodigen.
Vraag 5
Heeft u kennisgenomen van het bericht «School roept ouders op tot verzet tegen kabinet»3 waarin het schoolbestuur aangeeft dat het niet aan de school is om stemadviezen te geven, maar desondanks niet aangeeft de
brief hierin te zullen trekken? Hoe beoordeelt u het handelen van het schoolbestuur?
Antwoord 5
Ja, ik heb kennis genomen van het bericht.
Voor mijn antwoord verwijs ik naar vraag 3.
X Noot
1Brief d.d. 24 februari 2011, http://www.klinket.nl/
X Noot
2Zoals blijkt op de website http://www.klinket.nl/
X Noot
3De Telegraaf, «School roept ouders op tot verzet tegen Kabinet», 25 februari 2011.