Vragen van de leden
Voortman
en
Dibi
(beiden GroenLinks) aan de minister Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Vinex-wijk dreigt getto te
worden» (ingezonden 23 februari 2011).
Antwoord van minister
Donner
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 22 maart 2011).
Vraag 1
Hebt u kennis kunnen nemen van het artikel «Vinex-wijk dreigt getto te worden»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat bij de opzet van de vinex-wijken geen rekening is gehouden met de samenhang tussen wonen,
werken en spelen en hierdoor de nieuwe aandachtswijken lijken te worden?
Antwoord 2
Vinex-wijken zijn woonwijken die in de afgelopen 15 jaar zijn gebouwd en waarvan in sommige gevallen de bouw op dit moment
nog doorloopt. Er is in het verleden onderzoek2 gedaan naar de kwaliteit van de Vinex-wijken, naar de stedenbouwkundige structuur ervan, en naar de inrichting van de locaties
in vergelijking met alle andere, oudere, woonwijken in Nederland. Dit onderzoek heeft in zijn algemeenheid geleid tot de conclusie
dat in Vinex-wijken een goede samenhang is gerealiseerd tussen wonen en voorzieningen, waaronder groen en speelvoorzieningen,
en dat er bij de bewoners een grote mate van tevredenheid is met deze wijken. Dat neemt niet weg dat er in individuele wijken
problemen kunnen ontstaan die moeten worden aangepakt. Dat is primair een verantwoordelijkheid van de desbetreffende gemeente
samen met de bewoners en de lokale partners zoals politie en woningcorporaties.
Vraag 3, 4
Deelt u de mening dat gemeenten moeten investeren in de Vinex-wijken om deze aantrekkelijk te houden voor een brede doelgroep,
dus ook voor gezinnen met oudere kinderen? Zo ja, welke stappen gaat u hierin ondernemen? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om over deze problematiek met de VNG in gesprek te gaan om te komen tot een oplossing? Zo ja, kunt u de Kamer
informeren over de uitkomst van het gesprek? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
De verantwoordelijkheid voor de inrichting van wijken is primair een zaak van de gemeente. Gemeenten dienen ook na te gaan,
indien de bewonerssamenstelling in de wijk in de tijd verandert of er voldoende voorzieningen zijn voor – bijvoorbeeld – oudere
kinderen. Ik heb geen reden om eraan te twijfelen dat gemeenten in dit opzicht een verstandig beleid voeren. Daarom zie ik
ook geen aanleiding om hierover apart met gemeenten overleg te voeren. De lessen die we leren uit het stedenbeleid, de wijkenaanpak
en de aanpak in de Ortega-gemeenten worden door het Rijk breed verspreid. Gemeenten kunnen deze ook benutten voor hun Vinex-wijken.
Het reduceren van overlast en verloedering vormt daarbij een belangrijk onderdeel.
Vraag 5, 6
Hebben gemeenten contact met u gezocht over de bezuinigingen op het wijkenbeleid in relatie tot de opgave die zij in gemeenten
hebben? Zo ja, wat heeft u voor hen kunnen betekenen?
Bent u bereid om te onderzoeken bij welke gemeenten het wijkenbeleid door bezuinigingen dusdanig onder druk is komen te staan
dat het dreigt te stagneren? Zo ja, kunt u de Kamer daarover informeren vóór de voorjaarsnota? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
Ik spreek 27 april aanstaande met de betrokken wethouders onder andere over de voortgang van de wijkenaanpak en de rol van
het Rijk in deze nieuwe fase. Daarnaast breng ik op verzoek van uw Kamer op dit moment in kaart welke geldstromen er richting
de wijken lopen. Dit overzicht is vóór 1 april 2011 gereed.
Zoals in de brief over de leefomgeving van 28 januari 20113 wordt beschreven, levert het Rijk kennis en kunde, specifieke inzet bij complexe problemen (zoals Rotterdam-Zuid), een bijdrage
aan de versterking van de positie van burgers en legt het verbindingen met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
Momenteel wordt per wijk besproken hoe en met welke mix het Rijk de komende uitvoeringsperiode kan ondersteunen. Hierbij wordt
ook het advies van de Visitatiecommissie Wijkenaanpak betrokken. Begin juli 2011 wil ik uw Kamer hierover informeren.
Ik merk hierbij nog op dat de Vinex-wijken geen onderdeel uitmaken van de aandachtswijken zoals in 2007 geselecteerd. Vanzelfsprekend
kunnen Vinex-wijken gebruik maken van de opgedane ervaring en goede voorbeelden.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Marcouch (PvdA), ingezonden 23 februari 2011 (vraagnummer
2011Z03681) en van het lid Bontes (PVV), ingezonden 23 februari 2011(vraagnummer 2011Z03798)
X Noot
1www.nu.nl 21 februari 2011.