Vragen van het lid
Ulenbelt
(SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Milieu over Liberalisering Europese goederenvervoer
(ingezonden 22 februari 2011).
Mededeling van minister
Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
(Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 21 maart 2011).
Vraag 1
Wat uw reactie op de uitzending van Argos over de gevolgen van de liberalisering van het goederenvervoer in Europa?1
Vraag 2
Bent u bekend dat er Oost- Europese chauffeurs met buitenlands gekentekende voertuigen in Nederland actief zijn in binnenlands
vervoer? Zo ja, is het ook bekend dat er ver beneden het minimumloon uitbetaald worden? Zo nee waarom niet?
Vraag 3
Is het waar dat naleving van de cabotagerichtlijn in Nederland niet gecontroleerd wordt? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo
nee, waaruit blijkt dat?
Vraag 4
Is het waar dat het niet bestraffen op overtreding van de richtlijn in de praktijk betekend dat de omstreden oorspronkelijke
versie van de dienstenrichtlijn voor het beroepsgoederenvervoer in Nederland is ingevoerd?
Vraag 5
Heeft de controle op naleving van de cabotagerichtlijn prioriteit bij de inspectiediensten? Ze nee, waarom niet? Zo ja, waar
blijkt dat uit? Hoeveel sancties zijn er op overtredingen opgelegd? Hebben de inspectiediensten voldoende capaciteit om effectief
de naleving van de cabotage richtlijn te controleren? Zo ja, wat zijn de inspectieresultaten?
Vraag 6
Bied de wet voldoende mogelijkheden of effectief te controleren op cabotage? Zo nee, bent u bereid om de wet aan te passen?
Vraag 7
Op welke wijze dient de cabotage richtlijn 1072/2009 in Nederland geïnterpreteerd te worden t.a.v. de drie ritten in zeven
dagen, na zeven dagen terug naar land van herkomst, of enkel de grens over en Nederlands dan weer beladen binnenrijden?
Vraag 8
Wordt er door de inspectiediensten gecontroleerd op de verklaring van dienstbetrekking / verklaring van terbeschikkingstelling?
Zo ja, hoe vaak hebben deze controles plaatsgevonden in 2010? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Heeft de controle op de verklaringen ter beschikkingstelling prioriteit bij de inspectiediensten en hebben de inspectiediensten
voldoende mankracht om hierop te controleren?
Vraag 10
Controleert de inspectie bij bedrijfscontroles op de eis van dienstbetrekking in samenwerking met de tachograafschrijven en
arbeidscontracten? Wat zijn de resultaten? Zo nee waarom niet?
Vraag 11
Is het waar dat overtreding van de eis van dienstbetrekking / terbeschikkingstelling niet gesanctioneerd is? Zo ja wat gaat
u daaraan doen? Zo nee, waaruit blijkt dat?
Vraag 12
Hoe moet «het niet meer betrouwbaar zijn» uit art. 2. 11 sub 6 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg) geïnterpreteerd worden?
Betekend overtreding van de eis van dienstbetrekking ook intrekking van de vergunningen, dit gezien het feit dat het betrouwbaar
zijn een van de drie pijlers is met betrekking tot de intrekking van de vergunningen?
Vraag 13
Is het waar dat de Kiwa de verklaringen van terbeschikkingstelling verstrekt zonder daarop het terbeschikkingstellingnummer
te vermelden? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Vraag 14
Is het waar dat er in het goederenvervoer gewerkt wordt met valselijk opgemaakte verklaringen dienstbetrekking / ter beschikkingstelling
en dat dit met zich mee brengt dat er in Nederland Oost- Europese chauffeurs worden uitgebuit? Zo ja, welke maatregelen gaat
u nemen om paal en perk te stellen aan deze uitbuiting?
Vraag 15
Bent u van mening dat het doel van de verklaring dienstbetrekking / terbeschikkingstelling, het beschermen van de rechtspositie
van de chauffeurs, op deze wijze effectief is? Zo nee, wat bent u van plan om daaraan te doen?
Vraag 16
Aan welke opleidingseisen dient een buitenlandse vrachtwagenchauffeurs te voldoen indien er gereden wordt met een Nederlands
gekentekend voertuig?
Vraag 17
Aan welke opleidingseisen dient een vrachtwagenchauffeur te voldoen indien er met een buitenlands gekentekend voertuig vervoer
wordt verricht op de binnenlandse markt?
Mededeling
Op 23 februari 2011 ontving ik Kamervragen van het lid Ulenbelt over de liberalisering van het wegvervoer aan de Ministers
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Infrastructuur en Milieu.
De beantwoording van deze vragen kost meer tijd omdat deze vragen betrekking hebben op enkele complexe onderwerpen die nadere
afstemming tussen de betrokken departementen en dienstonderdelen noodzakelijk maakt voordat de vragen volledig beantwoord
kunnen worden.
X Noot
1Argos 19 februari 2011.