Vragen van het lid
Hachchi
(D66) aan de minister van Defensie over een militair complex in Zaanstad (ingezonden 17 februari 2011).
Antwoord van minister
Hillen
(Defensie), mede namens de minister van Financiën (ontvangen 21 maart 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het Hembrugterrein, een voormalig militair complex dat deel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam, aan
de ZaanIJoevers van de gemeente Zaanstad?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het Hembrugterrein in de gemeente Zaanstad. Overigens maakt het Hembrugterrein geen deel uit van de
Stelling van Amsterdam. Daaronder wordt de 135 kilometer lange ring van forten en verdedigingswerken rondom de hoofdstad verstaan
die is vermeld op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Vraag 2
Bent u voornemens om op dit, aan de Dienst Domeinen toebehorende terrein, nog Defensie activiteiten te gaan ontplooien? Zo
ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het Hembrugterrein is eigendom van de Staat. In 2003 heeft Defensie het laatste gedeelte van het terrein verlaten. Defensie
heeft geen voornemens het terrein nog te gebruiken. Het Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) voert nu het beheer over
het terrein en treedt sinds 2008 op als initiator van de toekomstige ontwikkeling.
Vraag 3, 4
Deelt u de mening dat het Hembrugterrein, als onderdeel van «the European Route of Industrial Heritage», cultuurhistorisch,
landschappelijk en ecologisch waardevol is, en dat de rijksmonumenten op dit terrein optimaal behandeld moeten worden?
Wat bent u voornemens op korte, middellange en lange termijn te gaan doen aan voorkoming van (verdere) verpaupering van het
terrein, waaronder de rijksmonumenten?
Antwoord 3, 4
Het Hembrugterrein heeft tal van waardevolle elementen en heeft de potentie uit te groeien tot een gebied met velerlei activiteiten
van uiteenlopende aard. In de ontwikkeling van het gebied wordt ook aan de rijksmonumenten aandacht besteed. Een aantal rijksmonumenten
wordt dit jaar water- en winddicht gemaakt. Tevens wordt in de komende tijd waar nodig een groot aantal monumenten behoed
voor verder verval. Het RVOB, de gemeenten Zaanstad en Amsterdam en de Provincie Noord-Holland leggen de laatste hand aan
een ontwikkelingskader, inclusief stedenbouwkundige randvoorwaarden.
Vraag 5
Gaat u op de korte, middellange en lange termijn initiatieven ontplooien die tot doel hebben de zware bodemvervuiling te saneren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Naast het soort bodemvervuiling dat in industriële gebieden vaker wordt aangetroffen bevinden zich op het Hembrugterrein defensiegerelateerde
materialen. Het RVOB heeft historisch onderzoek laten verrichten en op grond daarvan zijn locaties aangewezen waar zich dergelijke
materialen kunnen bevinden. Dit jaar zal worden begonnen met de sanering daarvan. Voorafgaand zal de gemeente Zaanstad het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verzoeken in dit specifieke geval een norm te formuleren voor de sanering
van defensiegerelateerde materialen, aangezien de huidige regelgeving hierin niet voorziet. De overige vervuilingen op het
hele terrein zijn in kaart gebracht en zullen afhankelijk van de toekomstige ontwikkeling worden gesaneerd.
Vraag 6
Is het mogelijk het terrein te verkopen aan de gemeente Zaanstad, zodat deze het kan herbestemmen en ontwikkelen? Zo ja, bent
u daartoe bereid?
Antwoord 6
Momenteel zijn de betrokken overheidsinstanties, waaronder de gemeente Zaanstad, met elkaar in overleg over de samenwerkingsvorm
ten behoeve van de toekomstige ontwikkeling. De betrokken overheidsinstanties hopen omstreeks de zomer een bestuursovereenkomst
te tekenen waarin de rolverdeling wordt opgenomen. Als de gemeente Zaanstad het terrein wil aankopen, is dat voor het Rijk
bespreekbaar.