Vragen van het lid
Schouw
(D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de provincies miljarden besteden
aan vage doelen (Ingezonden 2 maart 2011).
Antwoord van minister
Donner
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 21 maart 2011).
Vraag 1
Kent u het bericht «Vele miljarden voor vage doelen»?1
Vraag 2
Bent u van mening dat de provincies de extra inkomsten door verkoop van de energiebedrijven adequaat uitgeven in tijden van
bezuiniging? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik heb daar geen oordeel over. Het is aan Provinciale Staten zelf hun begroting vast te stellen en middelen te besteden.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de in het artikel geuite stelling dat de provincies «veel te veel geld [hebben] ten opzichte van hun
taken»?
Antwoord 3
Provincies hebben een open huishouding (art. 124 Grondwet) en kunnen verantwoordelijkheden oppakken zolang hogere regelgeving
hen dat niet verbiedt.
Het aangehaalde krantenartikel laat zien dat de rijkdom samenhangt met de vermogens uit energiebedrijven. Dat is ook eerder
gebleken uit het onderzoek van de Raad voor financiële verhoudingen «Naar een herijking van de financiële verhouding tussen
Rijk en provincies». Op basis van dit onderzoek heeft het kabinet met ingang van 2011 het provinciefonds structureel met € 300
miljoen verlaagd. Het Kabinet i.c. de fondsbeheerders nemen nu de verantwoordelijkheid om zo snel mogelijk te komen tot een
nieuw verdeelmodel dat recht doet aan de uitgangspunten van de Financiële verhoudingswet (artikel 7) dat overheden (in dit
geval provincies) in gelijke omstandigheden een gelijke financiële uitgangspositie hebben, dat wil zeggen dat in het nieuwe
verdeelmodel een maatstaf voor vermogen zal worden opgenomen.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat – behalve in de provincie Gelderland – onvoldoende informatie over het te besteden geld te vinden is in de provinciebegroting?
Is het naar uw mening voldoende inzichtelijk en transparant hoe publieke gelden besteed worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4 en 5
Het beoordelen of er in de provinciale begrotingen voldoende informatie over het te besteden geld is te vinden, is de verantwoordelijkheid
van Provinciale Staten.
Vraag 6
Wat is uw reactie op de complexe constructies op de begroting die gebruikt worden voor de financiering van projecten? Bent
u van mening dat deze constructies voldoende financieel solide zijn? Bent u tevens van mening dat deze constructies voldoende
transparant zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie antwoord 4 en 7.
Vraag 7
Hoe oefent u de toezichthoudende rol van de rijksoverheid bij de besteding van provinciale middelen uit?
Antwoord 7
Het financieel toezicht op de provincies oefen ik uit op basis van artikel 207 van de Provinciewet. Hierbij beoordeel ik of
de structurele baten en lasten in de provinciebegroting, zoals die door Provinciale Staten is vastgesteld, in evenwicht zijn.
Als dat niet het geval is beoordeel ik of het aannemelijk is dat het evenwicht binnen de termijn van de meerjarenraming tot
stand zal worden gebracht. Om hierover te kunnen oordelen is het van belang dat de provinciale begrotingen overeenkomstig
het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten zijn opgesteld. Indien noodzakelijk kom ik met (dwingende)
aanbevelingen. Jaarlijks doe ik verslag over dit toezicht aan uw Kamer in mijn toezichtverslag. Ik beoordeel in mijn toezicht
niet of de besteding van provinciale middelen doelmatig en/of gewenst is. Dat oordeel is niet aan mij maar aan de provinciebesturen.
Vraag 8
Ziet u aanleiding om in te grijpen bij de besteding van deze middelen door de provincies? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
instrumenten en/of sancties bent u van plan in te zetten?
Antwoord 8
In het kader van het financieel toezicht is er geen reden om in te grijpen.
Vraag 9
Bent u bereid om de Algemene Rekenkamer te verzoeken onderzoek te doen naar de effectiviteit van provinciale bestedingen?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn zou dit onderzoek kunnen plaatsvinden?
Antwoord 9
Nee, de provincies hebben een eigen rekenkamer die onderzoek kan doen.
X Noot
1NRC Handelsblad, «Vele miljarden voor vage doelen», 24 februari 2011.