Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de mogelijkheid om de wietpas te weigeren (ingezonden 25 februari 2011).

Mededeling van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 18 maart 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Stad mag de wietpas negeren»?1

Vraag 2

Klopt de analyse van de hoogleraar dat gemeenten zelf kunnen bepalen of zij de wietpas willen invoeren of niet? Zo nee, welke rechtsregel heeft de hoogleraar gemist waaruit blijkt dat de gemeenten wel moeten voldoen aan de door het kabinet opgelegde eis om de wietpas in te voeren?

Vraag 3

Bent u bereid om het invoeren van de wietpas als een advies aan de gemeenten voor te leggen in plaats van proberen de gemeenten te verplichten om de wietpas in te voeren?

Vraag 4

Deelt u de mening van de hoogleraar die beweert dat er een reële kans is dat de handel dan ondergronds gaat? Zo nee, waarom denkt u dat juist bij de introductie van de wietpas de handel niet ondergronds gaat? Zo ja, bent u bereid af te zien van het invoeren van de wietpas?

Vraag 5

Deelt u de mening van de hoogleraar dat de met de handel in softdrugs een groot economisch belang is gemoeid in Amsterdam dat verder strekt dan de softdrugs zelf? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Wat is uw oordeel over de «wietknip»?

Mededeling

Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) van uw Kamer over de mogelijkheid om de wietpas te weigeren (ingezonden 25 februari 2011) niet buiten de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Parool, «Stad mag de wietpas negeren», 24 februari 2011.

Naar boven