Vragen van het lid Verburg (CDA) aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over regionale omroepen (ingezonden 22 februari 2011).

Antwoord van minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 17 maart 2011).

Inleiding

In de bijlage treft u een afschrift van mijn brief aan stichting ROOS aan, conform het verzoek van uw commissie van 4 maart jl. met kenmerk 2011Z03494.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de brief die de Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS) op 15 februari 2011 aan u heeft geschreven, waarin deze stichting ROOS namens de regionale omroepen evenals in eerdere brieven bezwaren uit ten aanzien van het digitaliseringsbeleid voor de radio?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Onderschrijft u de opvatting dat het belangrijk is dat er regionale omroepen zijn voor mensen in desbetreffende regio’s? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe worden de wensen van de regionale omroep bij uw beleid betrokken?

Antwoord 2

Ja, de regionale omroepen bedienen een grote groep luisteraars. Zij zijn daarmee een belangrijk onderdeel van het verlengings- en digitaliseringsbeleid voor etherradio, zoals dat is verwoord in de brief aan uw Kamer van juni 20091. Dit beleid gaat er van uit dat zowel publieke als commerciële omroepen kunnen deelnemen aan de digitalisering. Om de digitalisering van de regionale omroepen te bevorderen, heb ik in september 2009 een Taskforce Regionale Digitalisering opgericht, met daarin een vertegenwoordiging van de regionale publieke omroepen. Deze Taskforce heeft in oktober vorig jaar aan mij advies uitgebracht. Ik heb dit advies verwerkt in het beleid zoals dat eind vorig jaar is geconsulteerd en in de brief aan uw Kamer van 13 januari dit jaar2 verder is uitgewerkt.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat – als regionale omroepen inderdaad het bovenregionale kavel krijgen toebedeeld – zeven van de dertien omroepen te maken krijgen met onvoldoende dekking, waardoor bijvoorbeeld Omroep Flevoland wel in Almelo maar niet in Almere kan worden ontvangen, Omroep Brabant niet in het westelijk deel van de provincie Brabant te ontvangen is, en Omroep Gelderland in een groot deel van de Betuwe niet te beluisteren is? Wat gaat u hieraan doen?

Antwoord 3

In de eind vorig jaar gehouden consultatie van het verlengings- en digitaliseringsbeleid heb ik een reactie ontvangen van de stichting ROOS die ziet op het punt van dekking. In de nadere uitwerking van het beleid naar aanleiding van de consultatie wordt hier rekening mee gehouden, zodat de regionale publieke omroepen ook digitaal hun hele verzorgingsgebied kunnen bedienen.

Daarnaast ben ik, conform mijn toezegging tijdens het Algemeen Overleg van 15 december 2010, met stichting ROOS in overleg over een eventuele kavelruil.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat dit gebrekkige bereik niet alleen ongewenst is maar ook onverantwoord in verband met de rol van de lokale omroep in geval van (regionale) calamiteiten?

Antwoord 4

Ik ga er bij de beantwoording van uit dat in deze vraag de regionale omroep bedoeld wordt en niet de lokale omroep.

Zoals ik in mijn antwoord op de vorige vraag heb aangegeven, wordt bij de uitwerking van het beleid gerealiseerd dat de regionale publieke omroepen in heel hun verzorgingsgebied dekking kunnen krijgen. Daarmee voorzie ik geen problemen met het bereik.

Ten aanzien van de calamiteiten functie geldt dat de ontwikkeling van digitale radio zich op dit moment nog in het beginstadium bevindt; er zijn nog weinig omroepen op het digitale platform vertegenwoordigd en er zijn nog weinig luisteraars. Met het inzetten van het verlengings- en digitaliseringsbeleid is het de verwachting dat digitale radio de komende jaren radio in grote delen van Nederland beschikbaar komt en dat luisteraars overstappen van analoge naar digitale radio. Indien digitale radio een succes wordt, zal worden bezien welke rol de regionale publieke omroepen kunnen vervullen om de calamiteitenfunctie in het digitale domein te vervullen.

Vraag 5

Bent u bereid om op zeer korte termijn hiervoor – in overleg met betrokken actoren – te komen tot een oplossing en de Kamer hierover voor 1 mei 2011 te informeren?

Antwoord 5

Ik kan u melden dat ik intensief met de stichting ROOS in overleg ben om te kijken onder welke condities zij deel kunnen nemen aan het digitaliseringsbeleid. Zoals ik tijdens het Algemeen Overleg van 15 december 2010 heb aangekondigd, wordt hierbij ook een eventuele kavelruil betrokken. Ik verwacht op korte termijn meer duidelijkheid te kunnen geven en zal u hierover voor 1 mei a.s. informeren.


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 24 095, nr. 241.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 24 095, nr. 267.

Naar boven