Vragen van het lid
Berndsen
(D66) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het onderzoeken van de effecten van geweld op hulpverleners (ingezonden
4 februari 2011).
Antwoord van minister
Donner
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 16 maart 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011,
nr. 1567.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Politieverdriet», waarin wordt gesproken over post traumatische stressstoornis (PTSS)
bij politiemensen?1
Vraag 2
Herinnert u zich het verzoek, gedaan tijdens het interpellatiedebat van 25 januari 2011, om een onderzoek naar de effecten
van geweld tegen hulpverleners te ondersteunen?
Antwoord 2
Tijdens het interpellatiedebat van 25 januari is dit inderdaad verzocht. De minister van Veiligheid en Justitie heeft toen
aangegeven dat hij dit onderwerp zeer belangrijk vindt en dat het valt onder het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij heeft toegezegd dat hier naar gekeken zal worden.
Vraag 3
Bent u voornemens om niet alleen bij de politie maar voor alle hulpverleners een onderzoek naar de aard, omvang en gevolgen
van PTSS te laten uitvoeren?
Antwoord 3
Voor de politiesector wordt in het kader van het «Landelijk programma versterking professionele weerbaarheid» fundamenteel
onderzoek gedaan naar de aard en omvang van de problematiek van PTSS bij de politie en wat er nodig is om dit op korte en
langere termijn effectief aan te pakken. De kennis uit onderzoek en praktijk komt te goede van de praktijk en het politieonderwijs.
Voor een multidisciplinaire aanpak is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de «Richtlijn
voor psychosociale zorg aan geüniformeerde hulpverleners» ontwikkeld.2 De huidige inzichten uit wetenschappelijk onderzoek zijn in de richtlijn beschreven. Er is al een grote hoeveelheid onderzoek
beschikbaar rond het onderwerp PTSS. Niet alleen bij de politie, maar ook over andere geüniformeerde hulpverleners, zoals
brandweer, ambulancezorg Nederland, defensie en reddingswerk.
Daarnaast wordt in het jaarlijkse overzicht van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB), aandacht besteedt aan de
aard en omvang van PTSS. In 2010 schrijft het NCvB dat PTSS als beroepsziekte onder andere voorkomt bij personeel van hulpdiensten
(politie, brandweer en ambulancepersoneel) bij personeel uit de publieke sector (bijvoorbeeld baliemedewerkers of veiligheidsemployees)
en in de gezondheidszorg. Het NCvB noemt in 2006 66 door artsen gerapporteerde gevallen van PTSS en in 2009 108 gevallen.
De toename wordt deels verklaard door de feitelijke toename van PTSS, anderzijds door het feit dat steeds meer artsen PTSS
melden doordat inzichten rond PTSS beter bekend zijn geworden.
Tot slot zal het programma Veilige Publieke Taak van mijn ministerie de gevolgen van agressie en geweld, waaronder PTSS, voor
alle overheidssectoren in haar monitoring meenemen. Deze monitoring, het voor de richtlijn verzamelde onderzoek en het onderzoek
door het NCvB voorzien ruimschoots in de informatiebehoefte waardoor een extra onderzoek op dit moment niet noodzakelijk is.
Vraag 4, 5
Deelt u de opvatting dat de opvang en bijstand van hulpverleners met PTSS een duidelijke invulling en structurele verankering
behoeft? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Bent u bereid om de opvang en bijstand van hulpverleners met PTSS bij wet te regelen?
Antwoord 4, 5
Voor de politiesector wordt in samenwerking met de RKC, Politieacademie en politie-vakbonden gewerkt aan de inrichting van een
landelijk programma versterking professionele weerbaarheid. Het doel van dit programma is versterking van de fysieke, mentale
en morele weerbaarheid van politieambtenaren. Hierbij zal ondermeer ingezet worden op het voorkomen, vroegtijdig signaleren en
aanpakken van mentale problemen bij politieambtenaren – waaronder PTSS.
In het algemeen is de opvang en bijstand van hulpverleners met PTSS primair de verantwoordelijkheid van de werkgever. De Arbowet
verplicht werkgevers tot het voeren van een preventief agressie en geweld beleid. Deze onderwerpen zijn onderdeel van het
bredere thema Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA) waarvoor de werkgever een beleid in zijn organisatie moet opstellen. De
door de werkgevers en werknemers gekozen methoden en maatregelen in een bepaalde sector of branche worden vastgelegd in een
arbocatalogus die voor marginale toetsing aan de Arbeidsinspectie wordt voorgelegd. Dit maakt maatwerk mogelijk en vergroot
het draagvlak.
Ook door de in vraag 3 genoemde richtlijn voor psychosociale zorg aan geüniformeerde hulpverleners zal er meer eenduidigheid
in de ondersteuning ontstaan. Het doel van de richtlijn is optimale psychosociale ondersteuning voor de geüniformeerde hulpverlener
te stimuleren, opdat gezondheidsklachten en werkuitval worden voorkomen.
Het programma Veilige Publieke Taak constateert wel dat er grote verschillen zijn tussen de sectoren ten aanzien van de bekendheid
en signalering van PTSS. In samenwerking met het instituut voor psychotrauma wordt nu gewerkt aan een handreiking voor leidinggevenden
binnen deze organisaties om PTSS eerder te signaleren en aan te pakken. Daarnaast lopen er verkenningen om te kijken hoe PTSS
aan de voorkant kan worden voorkomen.
De aanpak via de arbocatalogus, richtlijn en handreiking maakt een wettelijke regeling voor opvang en bijstand van hulpverleners
met PTSS overbodig.
X Noot
1NRC, 29 januari 2011.
X Noot
2 Zie voor meer informatie hierover: TK 2008–2009, nr. 1899.