Vragen van het lid Verhoeven (D66) aan de minister van Infrastructuur en Milieu over het aanstaande bankroet van de Hoge Snelheidslijn (HSL) en de gevolgen hiervan voor de staatskas (ingezonden 22 februari 2011).

Antwoord van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (Infrastructuur en Milieu) (ontvangen 14 maart 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Bankroet HSL nabij»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u het eens met de in het artikel geuite stelling dat een vervoerder nooit meer zo een hoge gebruiksvergoeding zal betalen voor exploitatie van de HSL-Zuid?

Antwoord 2

Zoals blijkt uit mijn brief aan uw Kamer van 31 januari 2011 (Kamerstuk 22 026 nr. 327) bekijk ik momenteel alle mogelijke oplossingsrichtingen. Ik kan deze vraag nu dus nog niet beantwoorden.

Vraag 3

Kunt u aangeven op welke posten van de begroting de concessieopbrengsten van de HSL-Zuid nu staan ingeboekt en welke projecten hiermee in gevaar zullen komen?

Antwoord 3

Nee. De concessieopbrengsten van de HSL-Zuid (i.c. de HSL-heffing) gelden als inkomsten voor het Infrafonds en worden verantwoord op artikel 13.09 (Ontvangsten op het gebied van Spoorwegen). De concessieopbrengsten zijn niet één op één gekoppeld aan de uitgaven aan specifieke projecten.

Vraag 4

Kunt u aangeven welke van deze projecten voor u dusdanige prioriteit hebben, dat u alvast kunt aangeven dat de uitvoering van deze projecten niet in gevaar zal komen?

Antwoord 4

Nee. Dit kan ik nog niet aangeven. Zie de beantwoording van vraag 3.


X Noot
1

De Telegraaf, 18 februari 2011.

Naar boven