Vragen van de leden Dikkers en Timmermans (beiden PvdA) aan de minister van Buitenlandse zaken over de betrokkenheid van Shell bij gasboring in Karoo Zuid-Afrika (ingezonden 3 februari 2011).

Antwoord van de ministers Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 11 maart 2011)

Vraag 1

Kent u het artikel «Prinses Irene keert zich tegen het plan Shell»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw politieke oordeel over de uitspraken van de prinses over de exploratiemissie van Shell naar Zuid West Karoo?

Antwoord 2

Het staat prinses Irene vrij om haar mening te geven over de plannen van Shell om – indien daarvoor toestemming wordt verkregen van de Zuid-Afrikaanse autoriteiten – onderzoek te doen naar de haalbaarheid van gaswinning in Zuid-West Karoo. Ik heb daar geen politiek oordeel over.

Vraag 3 en 4

Wat is uw oordeel over het feit dat Shell naar gas wil boren in deze regio gezien het feit dat bij het proces van hydraulisch boren naar gas veel water nodig is (fracing) en het gebied (Karoo) chronisch gebrek aan water heeft?

Is u bekend dat chemicaliën in de grond geïnjecteerd zullen worden om het opboren van het gas mogelijk te maken, die het grondwater besmetten? Deelt u de mening dat dit voor risico zorgt in een gebied waar al een watertekort is en dus afgeraden zou moeten worden?

Antwoord 3 en 4

Shell heeft in drie aangrenzende gebieden in de Kaapregio van Zuid-Afrika exploratierechten aangevraagd. De aanvraag is in behandeling bij de Petroleum Agency of South Africa (PASA). Als onderdeel van deze aanvraag dient Shell een zogenaamd Environmental Management Programme op te stellen. Dit betreft de eerste stap in het verkrijgen van de toestemming om te mogen starten met de exploratie-activiteiten. Indien PASA de exploratierechten toekent, dient Shell per locatie, waar het bedrijf een proefboring zou willen verrichten, aparte Environmental Impact Assessments uit te voeren en andere relevante vergunningen te verkrijgen alvorens de proefboringen verricht kunnen worden.

Het is mij bekend dat voor het winnen van niet-conventioneel gas via «hydraulic fracturing» relatief grote hoeveelheden water nodig zijn. Dit water hoeft niet noodzakelijkerwijs uit het gebied zelf te komen. Navraag bij Shell leert dat het bedrijf momenteel verschillende opties met betrekking tot de watervoorziening in kaart brengt. Het binnenbrengen van zeewater vormt één van deze opties. Shell geeft aan dat er inderdaad met chemicaliën zal worden gewerkt, al is nog niet precies duidelijk welke dit zullen zijn. De keuze van de chemicaliën is afhankelijk van factoren als de geologie en de kwaliteit van het water dat gebruikt wordt voor het «hydraulic fracturing». Deze keuzes zullen uiteindelijk meegewogen worden in de diverse Environmental Impact Assessments die nog zullen volgen.

In de openbare documentatie van Shell2 over dit project wordt in meer detail beschreven voor welke keuzes en uitdagingen het bedrijf staat.

Het is aan de Zuid-Afrikaanse autoriteiten om in het kader van de vergunningverlening te beoordelen in hoeverre de door Shell voorgestelde wijze van gasboring een risico vormt in dit gebied. Het milieubeleid van Zuid-Afrika is goed gereguleerd in wetgeving: de National Environmental Management Act (NEMA) uit 1998/2005, de Environmental Impact Assessment Regulations uit 1997 en de National Water Actuit 1998. Het wetgevend kader biedt normen en standaarden ten aanzien van onder meer water- en luchtvervuiling, afvalmanagement, ontbossing, energie-efficiëntie en behoud van biodiversiteit. Een Environmental Impact Assessment (EIA) vormt een verplicht onderdeel bij eventuele gasboringen vanwege bijbehorende activiteiten als bijvoorbeeld het watergebruik. Bij het opstellen van een EIA dienen alle betrokkenen geraadpleegd te worden. Berichtgeving van Shell biedt informatie over het proces en de te nemen stappen met betrekking tot de impact op het milieu en de leefomgeving3.

In de gesprekken die de Nederlandse overheid met Shell voert wordt uiteraard ook ingegaan op Shells verantwoordelijkheid op millieugebied.

Vraag 5

Is de ambassade betrokken geweest bij het tot stand komen van de aanvraag bij de «Petroleum Agency» van Zuid Afrika (PASA)? Kunt u aangeven welke rol de ambassade gespeeld heeft?

Antwoord 5

Nee, de Nederlandse ambassade is niet betrokken geweest bij de aanvraag.

Vraag 6

Draagt de Nederlandse overheid financieel bij aan de exploratiemissie van Shell? Zo ja, in welke bedragen? Zo niet, kunt u dan aangeven of Shell de exploratie voor eigen rekening neemt?

Antwoord 6

De Nederlandse overheid heeft geen financiële middelen beschikbaar gesteld voor (de voorbereidingen van) een mogelijke exploratiemissie van Shell in Zuid-West Karoo. Shell bekostigt deze zelf.

Vraag 7

Zijn er garanties afgegeven aan Shell in welke vorm dan ook? Zo ja, welke dan?

Antwoord 7

Nee, er zijn geen garanties afgegeven.

Vraag 8

Kunt u aangeven of het moederbedrijf van Shell in Nederland aansprakelijk is voor de activiteiten van de Exploration Company B.V. in Zuid-Afrika?

Antwoord 8

Voor een algemene beschrijving over de omstandigheden waaronder een Nederlands moederbedrijf naar Nederlands recht aansprakelijk kan worden gehouden voor daden van buitenlandse dochterondernemingen verwijs ik u naar het rapport dat Prof. dr. A.G. Castermans4 in opdracht van het voormalige ministerie van Economische Zaken heeft opgesteld. Over een individueel geval kan en zal ik geen uitspraken doen. Een oordeel over eventuele aansprakelijkheid is aan de rechter.

Vraag 9

Bent u bekend met het standpunt van onder andere de Democratic Alliance dat de boring onverantwoorde risico’s met zich meebrengen voor mens en milieu? Zo ja, wat is uw politieke oordeel? Zo niet, wilt u zich dan in het standpunt van de Democratic Alliance verdiepen en ons in een later stadium op de hoogte stellen van uw politieke oordeel?

Antwoord 9

Ja, ik ben bekend met de standpunten van de Democratic Alliance met betrekking tot gasboringen in de Karoo en meer specifiek met de voorgestelde delvingsmethode van «fracking.» Zuid-Afrika heeft een democratisch rechtssysteem en een relatief sterke milieuwetgeving. Ik heb er vertrouwen in dat de betrokken Zuid-Afrikaanse instituties een zorgvuldige afweging zullen maken op basis van de beschikbare informatie, inclusief de informatie over mogelijke gevolgen voor mens en milieu.


X Noot
1

Nrc, «Prinses Irene keert zich tegen het plan Shell», 31 januari.

X Noot
2

Proposed South Western Karoo Basin Gas Exploration Project by Shell Exploration Company B.V http://www.static.shell.com/static/zaf/downloads/aboutshell/upstream/eastern_karoo_bid.pdf

X Noot
3

Environmental studies, http://www.shell.com/home/content/zaf/aboutshell/shell_businesses/e_and_p/eia.html

X Noot
4

De juridische verantwoordelijkheid van Nederlandse moederbedrijven voor de betrokkenheid van dochterbedrijven bij schendingen van fundamentele en internationale erkende rechten, Prof. dr. A.G. Castermans, http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/rapporten/2009/12/21/2-rapport/9215766-bijlage2.pdf

Naar boven