Vragen van het lid
Gesthuizen
(SP) aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit (OPTA) twijfelt aan de bezorgkwaliteit van TNT en dat TNT weigert openheid van cijfers te geven (ingezonden 11 februari
2011).
Antwoord van staatssecretaris
Bleker
(Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) (ontvangen 10 maart 2011).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de OPTA twijfelt aan de bezorgkwaliteit van TNT en dat TNT weigert openheid van cijfers
te geven?1
Antwoord 1
Het gaat hier om een discussie tussen OPTA als toezichthouder op de naleving van de eisen die de Postwet 2009 stelt aan de
universele postdienst en TNT Post als leverancier van de universele dienst.
OPTA heeft niet gesteld dat zij twijfelt aan de bezorgkwaliteit van TNT Post, maar dat zij niet met zekerheid kan vaststellen
dat TNT aan de 95%-norm voldoet. OPTA heeft onder andere gevraagd om een uitsplitsing van de bezorgkwaliteit naar bezorgdagen.
TNT geeft aan dat voor de losse post de norm van 95% is gehaald en zij een algeheel overzicht van de uitkomsten van de metingen
heeft verstrekt en inzichtelijk heeft gemaakt hoe die uitkomsten zijn gewogen. Het is aan OPTA om te bepalen welke informatie
zij nodig heeft voor de uitvoering van haar taken.
Vraag 2
Welke redenering hanteert TNT om de kwaliteit van de postbezorging te berekenen op basis van een gewogen gemiddelde, waarbij
zij uitkomt op een kwaliteit van 95,2%? Welke wegingsfactoren worden gebruikt?
Antwoord 2
De kwaliteitsnorm voor de universele dienstpost is op 95% gesteld. Dat betekent dat gemiddeld per jaar 95% van de brieven
die aan de gestelde eisen voldoen binnen 24 uur moeten worden bezorgd.
Het onderzoeksbureau Intomart GfK verstuurt in opdracht van TNT Post elke maand ca. 5 000 proefbrieven; jaarlijks ca. 60 000
brieven. Dit levert ongewogen gemiddelden op. Vervolgens worden de uitkomsten omgewerkt naar een gewogen gemiddelde aan de
hand van de werkelijke aantallen brieven per maand, aan de hand van de volgende kenmerken: periodes van het jaar, wijze van
adressering (machinegeschreven, handgeschreven) en gewichtsklassen. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met de hoeveelheid
post die met overnight service wordt verzonden in de maand december, welk volume sterk afwijkt van de andere maanden van het
jaar. Zo wordt het gewogen gemiddelde per jaar bepaald.
Vraag 3
Waarom wil TNT volgens de OPTA niet inzichtelijk maken hoe ze de weging berekent, terwijl het berekende percentage cruciaal
afhangt van de precieze weging, omdat het ongewogen gemiddelde op 94,8% uitkomt?
Antwoord 3
TNT heeft aan OPTA gerapporteerd hoe zij de weging bepaalt en de meetresultaten weegt. De daadwerkelijke wegingsinformatie
heeft TNT volgens OPTA niet geleverd, hetgeen door TNT wordt betwist. TNT wijst daarbij naar eerdere afspraken daarover met
OPTA en de controle door de accountant. De verklaring van de accountant, vergezeld van de controleplannen en het controleverslag,
is bij de rapportage geleverd.
Vraag 4
Met welk significantieniveau komt het door TNT bepaalde gewogen gemiddelde van 95,2% uit boven de limiet van 95%?
Antwoord 4
Het significantieniveau wordt niet benoemd in de wettelijke definities en de definities van de Europese normen als te rapporteren
parameter. TNT Post heeft dan ook niet over het significantieniveau gerapporteerd. In de Europese norm staat vermeld dat een
95%-betrouwbaarheidsinterval dient te worden gegeven dat een nauwkeurigheid dient te hebben van maximaal 1% onder en 1% boven
de gemeten waarde. De nauwkeurigheid van het door TNT Post gerapporteerde betrouwbaarheidsinterval bedraagt 0,21%, zodat de
meting aanzienlijk nauwkeuriger is dan volgens de norm wordt vereist, volgens TNT.
TNT Post geeft aan dat het betrouwbaarheidsinterval voor de losse post ligt tussen 94,9% en 95,4%, hetgeen betekent dat de
kans dat het gewogen gemiddelde daartussen ligt 95% bedraagt.
Op basis van dit betrouwbaarheidsinterval kan volgens OPTA worden geschat dat de standaarddeviatie 0,125 is. Verder ligt het
door TNT Post aan OPTA gerapporteerde gewogen gemiddelde op 95,2%. Met deze gegevens, uitgaande van een normaalverdeling,
kan volgens OPTA de kans dat het gemiddelde boven de 95% ligt worden geschat op 89%.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het bericht dat OPTA twijfelt aan de bezorgkwaliteit van TNT en dat TNT weigert openheid van cijfers
te geven het zoveelste bewijs is dat de concurrentie in de postsector is mislukt, na de eerdere berichten over de onderbezetting
bij TNT, het sjoemelen met post door de leiding, de falende postbezorging, de verhoging van de prijs van de postzegel, werknemers
die te maken krijgen met intimidatie op de werkvloer, 15 000 mensen die hun baan dreigen te verliezen en postwerkers die niet
eens het minimumloon krijgen?
Antwoord 5
Neen, OPTA stelt dat zij niet met zekerheid kan vaststellen dat TNT aan de kwaliteitseis voldoet, omdat volgens OPTA op basis
van de wettelijk voorgeschreven systematiek, in het bijzonder de te hanteren statistische definities, niet uit te sluiten
valt dat de werkelijke uitkomst onder de 95% ligt.
Het gaat hier om het toezicht op de naleving van de eisen die worden gesteld aan de universele postdienst. Deze eisen golden
ook de volledige openstelling van de postmarkt. Afgezien van het feit dat het hier om fractionele verschillen gaat, zie ik
niet hoe daar de conclusie aan kan worden verbonden dat de concurrentie in de postsector is mislukt.
X Noot
1«TNT Post boos op Opta», De Telegraaf, 9 februari 2011.