Vragen van het lid Eijsink (PvdA) aan de minister van Defensie over mogelijke onregelmatigheden bij de tenders van de transportdienst DVVO in Zeist (ingezonden 10 februari 2011).

Antwoord van minister Hillen (Defensie) (ontvangen 10 maart 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Luchtvrachtbedrijven hekelen inkoopbeleid Defensie»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat de Dienst Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) de meerderheid van de transportopdrachten aan het bedrijf Fiteline toekent?

Antwoord 2

Nee, in totaal zijn in 2010 in opdracht van DVVO, met inachtneming van de Europese aanbestedingsregelgeving, 270 opdrachten voor luchttransport uitgevoerd. Daarvan heeft Fliteline 122 opdrachten gerealiseerd. De overige 148 transportopdrachten zijn uitgevoerd door andere vervoerders.

Vraag 4

Wat is uw oordeel over de klachten dat er sprake zou zijn van obstructie bij het verlenen van bepaalde vergunningen en het maken van prijsafspraken met Russische vrachtoperators?

Antwoord 4

Voor vrachtvluchten verleent het ministerie van Buitenlandse Zaken de diplomatieke klaring. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu verleent de vergunning voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen, de zogenaamde NLG-06. De luchtvaartmaatschappijen zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van de benodigde vergunningen. Hierover zijn bij Defensie geen klachten ingediend. Er zijn geen afzonderlijke prijsafspraken met vervoerders gemaakt.

Vraag 5

Is het waar dat Fliteline NAVO-codes voor vluchten in Afghanistan verleent?

Antwoord 5

Nee.

Vraag 3, 6

Wat is uw oordeel over de klacht van het vrachtbedrijf Kales Airline Services en anonieme internationale luchtvrachtmakelaars dat zij unfair worden behandeld?

Kunt u aangeven welke criteria er worden gehanteerd bij het tenderproces van DVVO?

Antwoord 3, 6

Bij de selectie van de aanbieder gelden criteria die van tevoren bij de vervoerders bekend zijn gemaakt. Het tenderproces van DVVO kent een aantal criteria. Zo dient een aanbieder te beschikken over de NLG-06 vergunning. Dit is een wettelijke eis.

Bij de selectie van de aanbieder wordt ook gekeken naar de prijs. Voor ISAF-vrachtvluchten wordt gekozen voor de aanbieder met de economisch meest voordelige inschrijving.

Hierbij wordt ook rekening gehouden met additionele kosten zoals boetes bij het eventueel niet doorgaan van geplande vluchten. Defensie herkent zich dan ook niet in het beeld zoals geschetst in genoemd artikel.

Vraag 7

Is het waar dat Fliteline materiaalvluchten uit Afghanistan uitvoert?

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Kunt u aangeven wat de transportkosten hiervan zijn?

Antwoord 8

De transportkosten van de door Fliteline uitgevoerde vluchten zijn commercieel vertrouwelijk.

Vraag 9

Is er daarbij een verschil tussen de begrote kosten en de daadwerkelijke kosten?

Antwoord 9

Ja, de daadwerkelijke kosten liggen circa € 3 miljoen onder de raming.

Vraag 10

Bent u bereid het tenderproces bij DVVO te onderzoeken? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 10

Defensie voert bij de verlening van transportopdrachten voorafgaand financieel toezicht uit, waarbij de rechtmatige uitvoering van de verwerving wordt gecontroleerd. Ook beschikt Defensie over een interne auditdienst die regelmatig achteraf de correcte uitvoering van verwervingsprocessen controleert in het kader van de controle op het financiële beheer. Bij het tenderproces van DVVO voor luchttransport zijn in 2010 geen onrechtmatigheden geconstateerd. Het genoemde artikel geeft geen aanleiding voor nader onderzoek.


X Noot
1

www.nieuwsbladtransport.nl/Nieuws/Article/tabid/85/ArticleID/1708/ArticleName/LuchtvrachtbedrijvenhekeleninkoopbeleidDefensie/Default.aspx.

Naar boven