Vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de islamitische jihad tegen christenen in Indonesië. (ingezonden 11 februari 2011).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 9 maart 2011).

Vraag 1

Kent u het bericht «Woedende moslims Indonesië vallen kerken aan»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Hoe beoordeelt u dit bericht in het licht van de wereldwijd oplaaiende islamitische jihad tegen christenen?

Bent u bekend met het systematische karakter van de door Indonesische moslims gepleegde terreur tegen Indonesische christenen? Zo ja, wat heeft u tot nu toe ondernomen en wat gaat u ondernemen om de rechtspositie en de veiligheid van de christelijke minderheid in Indonesië te bevorderen?

Deelt u de mening dat Indonesische christenen feitelijk vogelvrij zijn en aan willekeur overgeleverd, omdat de Indonesische autoriteiten

  • hen onvoldoende bescherming bieden;

  • moslims gelegenheid bieden het leven en de belangen van christenen te schaden;

  • moslims immuniteit verlenen die (dreigen) het leven en de belangen van christenen (te) schaden?

Antwoord 2, 3 en 4

Indonesië is een seculiere staat, waar de verhouding tussen de verschillende religieuze groepen in de samenleving over het algemeen wordt gekenmerkt door onderlinge verdraagzaamheid. Er is geen sprake van systematische terreur tegen religieuze minderheden. Evenmin zijn christenen vogelvrij of overgeleverd aan willekeur. Dit neemt niet weg dat er sprake is van een toenemend aantal incidenten, met name in twee van de 33 provincies (te weten West-Java en Oost-Java), gericht tegen sommige christelijke kerkgemeenschappen, de Ahmadiyah, en van tijd tot tijd ook tussen soennieten en shiieten. Waar christelijke groepen betrokken zijn, gaat het vaak om gevallen waarbij lokale overheden, mede onder druk van islamitische groeperingen, geen bouwvergunningen verstrekken voor nieuwe kerken. Een enkele maal is overgegaan tot het sluiten van kerkgebouwen. Deze problematiek lijkt mede het gevolg te zijn van een in 2006 uitgevaardigd interministerieel decreet, dat voorschrijft dat de bouw van gebedshuizen voldoende ondersteund moet worden door de omwonenden. In sommige gevallen is sprake van intimidatie of verstoring van religieuze bijeenkomsten door radicale groeperingen. Het is aan de Indonesische autoriteiten om hier tegen op te treden en de vrijheid van religie te waarborgen. In de praktijk blijken met name de lokale autoriteiten en politie dit niet altijd in voldoende mate te doen. De Indonesische regering heeft in toenemende mate oog voor deze problematiek. Het Indonesische parlement heeft aangegeven dit jaar prioriteit te geven aan het ontwerpen en aannemen van een wet ter bevordering van de tolerantie.

Ik vind het belangrijk om, zoals al regelmatig gebeurt, met de Indonesische autoriteiten in gesprek te blijven over de positie van religieuze minderheden. Ook tijdens de tweede EU-Indonesië mensenrechtendialoog, die wordt gehouden op 9 maart in Brussel, zal deze kwestie met de Indonesische autoriteiten worden besproken.


X Noot
1

De Telegraaf, Woedende moslims Indonesië vallen kerken aan», 9 februari 2011.

Naar boven