Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over vraag van Amerikaanse generaal om meer troepen naar Afghanistan te sturen (ingezonden 20 september 2010).

Antwoord van minister Van Middelkoop (Defensie), mede namens de minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 oktober 2010)

Vraag 1

Is het waar dat de Amerikaanse generaal Petraeus een verzoek heeft gedaan aan de Nederlandse regering om in «een substantieel deel» van de behoefte aan instructeurs in Afghanistan te voorzien? Op welke wijze is dat verzoek gedaan? Indien dit schriftelijk is gedaan, kunt u dit verzoek aan de Kamer voorleggen? Zo nee, waarom niet?1

Antwoord 1

Met enige regelmaat informeren partners en bondgenoten naar de voornemens van Nederland met betrekking tot een nieuwe bijdrage aan ISAF. Daarbij komt veelal de motie-Peters/Pechtold ter sprake. Generaal Petraeus stelde zijn vraag tijdens het bezoek van de Minister van Defensie aan Afghanistan en de minister heeft het regeringsstandpunt toegelicht. Hij heeft onderstreept dat het aan het nieuwe kabinet is een beslissing te nemen over de wijze waarop Nederland in de toekomst bij Afghanistan betrokken zal blijven.

Vraag 2, 3

Waarom zegt u dat «Als Nederland helemaal niet op dit verzoek ingaat, dat niet begrepen zal worden»? Waar baseert u die verwachting op?

Deelt u de opvatting dat het doen van deze uitspraak internationaal de verwachting wekt dat Nederland troepen zal leveren voor een nieuwe missie? Indien nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3

Nederland heeft als lid van de Navo de afgelopen jaren belangrijke bijdragen aan ISAF geleverd. Daarvoor bestaat internationaal waardering. Het werk van de Navo in Afghanistan is echter nog niet af. De komende jaren zal er veel moeten worden geïnvesteerd in de verdere versterking van het Afghaanse leger en de politie, zodat de verantwoordelijkheid voor de veiligheid op termijn aan de Afghaanse autoriteiten kan worden overgedragen. De Navo zal nauw betrokken blijven bij de training van de politie en het leger, en zal hiervoor een beroep moeten doen op alle bondgenoten, inclusief Nederland. Nederland heeft de reputatie van een actieve en betrouwbare bondgenoot. Bondgenoten hebben uiteraard kennis genomen van de politieke discussie in Nederland. Eenzelfde grootschalige inspanning zoals die in Uruzgan als lead nation is geleverd wordt niet verwacht. Wel hoopt men dat Nederland een aanzienlijke bijdrage zal kunnen leveren op het gebied van training. Het huidige kabinet hecht aan de loyaliteit in het bondgenootschap, maar het is aan het nieuwe kabinet om daaraan inhoud te geven.


XNoot
1

NRC, «Petraeus vraagt Nederland nieuwe Afghaanse missie» 16 september 2010.

Naar boven