Vragen van het lid
Dibi
(GroenLinks) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «De totale oorlog van de elite
tegen ’t volk» (ingezonden 11 februari 2011).
Antwoord van minister
Donner
(Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 4 maart 2011).
Vraag 1
Kent u het bericht «De totale oorlog van de elite tegen ’t volk?»1
Vraag 2, 3, 4, 5 en 6
Wat is uw eerste reactie bij het horen van de uitspraken van uw gedoogpartner tijdens de regiezitting te Amsterdam van zeven
februari 2011?
Deelt u de mening dat «door heel Europa, niet alleen in Nederland, maar in heel Europa de multiculturalistische elites een
totale oorlog uitvechten tegen hun bevolkingen, met als inzet de voortzetting van de massa-immigratie en de islamisering,
uiteindelijk resulterend in een islamitisch Europa – een Europa zonder vrijheid: Eurabië?» Zo nee, waarom niet?
Hoe oordeelt u over dit type oorlogsretoriek en angstpolitiek van uw gedoogpartner? Deelt u de mening dat deze manier van
de stuipen op het lijf jagen van Nederlanders op geen enkele wijze bijdraagt aan het oplossen van reële problemen die gepaard
gaan met immigratie en de permanente vestiging van moslims in Nederland? Zo nee, waarom niet?
Welk toekomstperspectief heeft u voor ogen als het gaat om de positie van moslims in Nederland? Deelt u de inschatting dat
door de voortvarende secularisering Nederlandse moslims een soortgelijke ontwikkeling zullen meemaken als voorheen christenen
in Nederland? Zo nee, waarom niet?
Is er volgens u sprake van de zogeheten «islamisering»? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat verstaat u onder «islamisering»?
Antwoord 2, 3, 4, 5 en 6
Zo min als parlementsleden in rechte ter verantwoording kunnen worden geroepen voor wat zij in het parlementaire debat zeggen,
kunnen zij of de regering politiek verantwoordelijk gehouden worden voor wat zij voor de rechter zeggen. Zulks lijkt mij uit
de scheiding der machten voort te vloeien.
Wat het beleid van de regering betreft bestaat er geen misverstand over dat de inzet een samenleving is waaraan alle burgers
in Nederland deelnemen, ongeacht herkomst, religie of levensovertuiging. De regering gaat daarbij niet uit van de gedachte
dat de geschiedenis zich herhaalt. Of Nederlandse moslims een ontwikkeling zullen doormaken vergelijkbaar met de secularisering
van Nederlandse christenen zal de toekomst uitwijzen.
Overigens wijs ik er op dat niet het christelijk geloof is geseculariseerd, maar dat in Europa de samenleving is geseculariseerd.
Ik heb niet de indruk dat zulks verandert door de komst van moslims naar Nederland. Dat laat onverlet dat er rekening moet
worden gehouden met fundamentalisten die zulks nastreven. En dat de samenleving daartegen moet worden beschermd.
Vraag 7
Welke boodschap heeft u voor Nederlanders die zich zorgen maken om de invloed van de immigratie en de invloed van de islam
op Nederland en op de verworven vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting, de scheiding van kerk en staat en de gelijkheid
van man en vrouw? Welke boodschap heeft u voor Nederlandse moslims die zich zorgen maken over hun toekomst in Nederland?
Antwoord 7
Het kabinet staat garant voor een rechtsstaat die beschermt en eisen stelt aan alle Nederlanders in gelijke mate. Aan verschillen
wordt ruimte gegeven, maar noodzakelijkerwijs ook grenzen gesteld. Aan de vrijheid van meningsuiting, de scheiding van kerk
en staat, en gelijkheid van de sexen wordt niet getornd. De rechtsstaat geeft burgers de vrijheid om hun mening te uiten en
hun geloof te beleven, maar stelt grenzen als het gaat om discriminatie, criminaliteit of geweld. Met een beleid gericht op
kwalificatie en participatie biedt het kabinet kansen aan alle burgers in Nederland op volwaardige participatie. Religieuze
denominatie speelt daarbij geen enkele rol.
Vraag 8
Bent u bereid binnen afzienbare tijd uw toekomstvisie op de integratie te schetsen? Zo ja, wanneer kan de Tweede Kamer deze
visie tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De uitgangspunten en inzet van het kabinet voor het integratiebeleid van de komende jaren is de Kamer toegezegd in maart.
X Noot
1de Pers, «De totale oorlog van de elite tegen ’t volk?», 9 februari 2011.