Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat scholieren nog steeds zonder les of begeleiding worden opgehokt in studielokalen om het verplicht aantal lesuren te halen (ingezonden 11 februari 2011).

Antwoord van minister Van Bijsterveldt-Vliegenthart (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 3 maart 2011).

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Scholieren nog steeds opgehokt»?123

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat middelbare scholieren zinloze uren op school uitzitten, omdat schooldirecties niet alle verplichte uren kunnen invullen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

Dat leerlingen «zinloze uren op school moeten uitzitten» is uiteraard onwenselijk. Daarom is het van belang dat leerlingen (en ouders) inspraak hebben bij de manier waarop de school de onderwijstijd inricht, zodat zij de school daarop kunnen aanspreken. Met het thans aanhangige Wetsvoorstel onderwijstijd VO worden leerlingen en hun ouders hiervoor in positie gebracht.

Vraag 3

Deelt u de mening dat scholen hun verantwoordelijkheid beter moeten oppakken en dat de inspectie actiever moet controleren? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

De kerntaak van scholen is het verzorgen van goed onderwijs. Daarvoor zijn voldoende contacturen, zinvolle invulling van de onderwijstijd, goede roosters en het bieden van een goed alternatief bij lesuitval essentieel. Dus ja, scholen moeten hun verantwoordelijkheid nemen, en doorgaans doen zij dit ook. Het Wetsvoorstel onderwijstijd VO biedt leerlingen (en hun ouders) handvatten om de school «bij de les te houden».

Vraag 4

Deelt u de mening van het Landelijk Actiekomitee Scholieren (LAKS) eens dat er een hardere definitie moet komen voor het begrip «les»? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, die opvatting deel ik niet. Ik vind het van belang dat de school samen met ouders en leerlingen bepaalt wat een inspirerende, uitdagende en zinvolle invulling van de onderwijstijd is. Uit het Beoordelingskader onderwijstijd dat de Inspectie gebruikt bij het onderzoek naar de onderwijstijd blijkt heel helder wat in ieder geval onder de definitie van onderwijstijd kan worden geschaard.

Vraag 5

Welke maatregelen bent u voornemens te treffen het aantal ophokuren terug te brengen en wat vindt de minister van de oproep van het LAKS aan leerlingen om zinloze uren bij het LAKS te melden?

Antwoord 5

Bij scholen die niet aan de urennorm voldoen zal de inspectie vanzelfsprekend handhavend optreden. Daarnaast biedt het Wetsvoorstel onderwijstijd VO de ruimte en waarborgen om op schoolniveau een goede invulling te geven van de onderwijstijd en brengt leerlingen (en ouders en leraren) in positie om – bijvoorbeeld – het aantal ophokuren terug te brengen.

Leerlingen kunnen «zinloze» uren uiteraard bij het LAKS melden, maar het is zeker zo zinvol om dit aan te kaarten bij de eigen school. Door betrokken te zijn bij de invulling van de onderwijstijd op schoolniveau, kunnen leerlingen de school op dit punt «bij de les houden» en direct een bijdrage leveren aan kwalitatief goed onderwijs.


X Noot
1

Trouw, «Scholieren nog steeds opgehokt», 9 februari 2011.

X Noot
2

de Volkskrant, «Nog steeds veel ophokuren op middelbare scholen», 9 februari 2011.

X Noot
3

Nos.nl, Scholieren twee weken per jaar «opgehokt», 9 februari 2011.

Naar boven