Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over mishandeling van zwangere vrouwen (ingezonden 30 december 2010).

Antwoord van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie), mede namens de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 3 maart 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1152.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de berichten «Man trapt ongeboren kind dood»1 en «Mishandeling zwangere vrouw»2?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bekend met het onderzoek in België van de Universiteit van Gent waaruit blijkt dat drie procent van de zwangere vrouwen slachtoffer is van fysiek en of seksueel geweld? Klopt het dat uit internationale studies blijkt dat het percentage zwangere slachtoffers van huiselijk geweld tussen twee en acht procent ligt?

Antwoord 2

Ik ben bekend met het doctoraatsonderzoek rond partnergeweld van de vakgroep Uro-gynaecologie van de Universiteit van Gent.3 Dit onderzoek concludeert dat één op de dertig vrouwen (3,4%) gedurende de zwangerschap en/of in het jaar vóór de zwangerschap te maken heeft gehad met partnergeweld. In het onderzoek wordt tevens aangegeven dat uit internationale studies blijkt dat partnergeweld bij zwangere vrouwen tussen de drie en acht procent ligt.

Vraag 3

Hebt u inzicht in hoe vaak mishandeling van zwangere vrouwen voorkomt in Nederland? Zo nee, bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de omvang en de ernst van dit probleem?

Antwoord 3

Onlangs is een groot landelijk onderzoek uitgevoerd naar de aard en omvang van huiselijk geweld in Nederland en de kenmerken en het hulpzoekgedrag van slachtoffers en daders van huiselijk geweld. Uw Kamer is daar recentelijk over geïnformeerd.4 De uitkomsten van dit onderzoek bevestigen dat huiselijk geweld een zeer ernstige en veelvoorkomende vorm van geweld is. In het onderzoek is de totale omvang van slachtoffers van huiselijk geweld in beeld gebracht. Hoewel niet specifiek eruit gelicht, betreft het ook zwangere vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld. Dit onderzoek vormt aanleiding om de aanpak van huiselijk geweld verder aan te scherpen. Een (nader) onderzoek naar de omvang en ernst van de mishandeling van zwangere vrouwen acht ik dan ook niet noodzakelijk op dit moment. Het kabinet werkt aan concrete voorstellen om slachtoffers van huiselijk geweld beter te ondersteunen en daders stevig aan te pakken. Hierover wordt uw Kamer nog voor de zomer van 2011 geïnformeerd.

Vraag 4

Klopt het dat mishandeling soms tijdens de zwangerschap begint en dat hier allerlei psychologische factoren aan ten grondslag liggen?

Zijn hulpverleners zoals huisartsen, verloskundigen, maatschappelijk werk en vrouwenopvang voldoende op de hoogte van dit specifieke probleem? Zo ja, hoe? Zo nee, wat moet er volgens u gebeuren om deze hulpverleners voldoende deskundigheid en kennis te laten vergaren zodat zij deze vrouwen adequaat kunnen helpen?

Antwoord 4

Inderdaad zijn er situaties bekend waarbij vrouwen vanaf de zwangerschap worden mishandeld. Het is daarom van belang dat zorgaanbieders in staat zijn om signalen van mishandeling tijdig te herkennen. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is daarom voornemens het gebruik van een meldcode verplicht te stellen. U heeft hierover op 2 februari 2011 een brief ontvangen. De Staatssecretaris van VWS is van plan het wetsvoorstel verplichte meldcode zo spoedig mogelijk bij uw Kamer in te dienen. In het wetsvoorstel wordt naast een verplichte meldcode, ook de verplichting tot scholing opgenomen. Dit geeft een extra waarborg dat de signalering door professionals goed wordt uitgevoerd.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel daders de afgelopen vijf jaar zijn opgepakt en gestraft wegens mishandeling van een zwangere vrouw?

Antwoord 5

Nee. Er wordt niet geregistreerd of een slachtoffer van mishandeling zwanger is. Registratie zou bovendien moeilijk uitvoerbaar zijn, aangezien niet altijd bekend is – bij de politie en/of de vrouw zelf – of het slachtoffer zwanger is.

Vraag 6

Welke mogelijkheden zijn er binnen het strafrecht om daders die zwangere vrouwen mishandelen aan te pakken? Deelt u de mening dat iemand die zwangere vrouwen mishandelt een zwaardere straf dient te krijgen?

Antwoord 6

Mishandeling is in verschillende vormen en gradaties strafbaar gesteld in de artikelen 300 tot en met 303 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De wettelijke strafmaxima voor mishandeling bieden het Openbaar Ministerie en de rechter voldoende ruimte om bij de strafeis respectievelijk de straftoemeting rekening te houden met de omstandigheid dat het slachtoffer een zwangere vrouw betreft. In artikel 82, eerste lid, Sr is uitdrukkelijk bepaald dat de dood van een vrucht van een vrouw onder zwaar lichamelijk letsel wordt begrepen. Voorts kan de maximum gevangenisstraf op grond van artikel 304 Sr met een derde worden verhoogd wanneer sprake is van mishandeling gepleegd tegen een persoon met wie de dader een bijzonder nauwe betrekking onderhoud, zoals de echtgenoot of levensgezel.


X Noot
1

Telegraaf, «Man trapt ongeboren kind dood», 24 oktober 2010.

X Noot
2

Trouw, «Mishandeling zwangere vrouw», 28 december 2010.

X Noot
3

K. Roelens, «Intimate partner violence – the gynaecologist’s perspective», 2009.

X Noot
4

TK 2010–2011, 28 345 nr. 109.

Naar boven