Vragen van het lid Gesthuizen (SP) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over misstanden bij huis aan huis verkoop van kaarten voor een goed doel (ingezonden 11 januari 2011).

Antwoord van staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) (ontvangen 2 maart 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1237.

Vraag 1

Wat is uw reactie op de uitzending van Kassa waarin de verkooppraktijken van kaarten voor een goed doel met verborgen camera werden gevolgd?1

Antwoord 1

De uitzending geeft aan dat de burgers alert moeten zijn op verkopers die aan de deur komen met de vraag om voor het goede doel te geven. Het is van belang dat burgers de verkoper altijd vragen naar een identiteitsbewijs en naar de door de gemeente verleende vergunning voor de kaartverkoop. In de vergunningsvoorwaarden is standaard opgenomen dat de verkoper een kopie van de vergunning bij zich moet dragen, die op verzoek moet worden getoond.

Vraag 2

Herinnert u zich de antwoorden op eerdere vragen over dit onderwerp?2

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Deelt u de mening dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan het handelen van bedrijven die voor eigen gewin geld aftroggelen van goedwillende mensen die een goed doel denken te steunen? Zo nee, waarop baseert u uw mening?

Antwoord 3

Het is niet de bedoeling dat deze bedrijven burgers voorhouden dat de opbrengst vrijwel geheel naar een goed doel gaat terwijl feitelijk slechts een gering deel daarvan bij het goede doel terechtkomt. Burgers moeten eerlijk worden voorgelicht. Op grond van de Wet oneerlijke handelspraktijken is het aanbieders van producten en diensten verboden onduidelijke, onvolledige of misleidende informatie te geven over de belangrijkste kenmerken van hun product of dienst, waaronder de prijs. De Consumentenautoriteit kan bij overtreding van deze wet handhavend optreden.

Vraag 4, 5, 6

Bent u bereid gemeenten actief voor te lichten over de praktijken van dergelijke organisaties die vaak landelijk werken?

Deelt u de mening dat er een verplichting om te werken met een vergunning dient te komen voor verkopende organisaties die aan goede doelen zeggen af te dragen?

Bent u bereid in overleg te treden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om dit samen op korte termijn te bereiken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?

Antwoorden 4, 5, 6

Uit overleg met de VNG blijkt dat gemeenten over het algemeen goed op de hoogte zijn, dat het voorkomt dat er zonder vergunning wordt gecollecteerd. Daar wordt ook tegen opgetreden. Gemeenten kunnen op basis van de (plaatselijke) APV een vergunning verplicht stellen voor iedereen die huis-aan-huis goederen tegen betaling aanbiedt, ook indien een deel van de opbrengst bestemd is voor het goede doel. Het betreft dan collecteren dat valt onder de zogenoemde inzamelingsbepaling. Aan de vergunning zijn voorwaarden verbonden. Alvorens de gemeente een vergunning afgeeft wordt meestal eerst advies gevraagd aan het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF). Het CBF controleert of de goededoelen instelling die geld ontvangt een bonafide instelling is. Tevens wordt nagegaan of over de verkopende organisatie klachten zijn binnengekomen. Bij een negatief advies wordt geen vergunning verleend.


X Noot
1

Vara’s Kassa, 8 januari 2011.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009–2010, nr. 2622 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 377.

Naar boven