Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 1570 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 1570 |
Heeft u kennisgenomen van het KNMG-concept standpunt over de rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde?1
De KNMG verwerkt de komende periode de uitkomsten van een ledenraadpleging in het definitieve standpunt, dat naar verwachting in het voorjaar verschijnt.
Hoe beoordeelt u het KNMG-concept standpunt in relatie tot tekst en intentie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, namelijk dat de arts de overtuiging moet krijgen dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt?
Ik zie het concept standpunt en de ledenraadpleging als een bezinning van de KNMG over de invulling van het uitzichtloos en ondraaglijk lijden en acht dit een nuttige discussie. Ik zal, gezien de conceptstatus van het standpunt, hier niet inhoudelijk op ingaan.
Bent u bereid in gesprek te gaan met de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst (KNMG) over de uitspraak in het concept-standpunt dat het «geen absolute voorwaarde» is «dat er een omschreven medische classificeerbare aandoening aanwezig moet zijn om als arts te beoordelen of er sprake is van ondraaglijk lijden in de zin van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (pagina 17)» terwijl de Hoge Raad voor de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, bepaalde dat bij toetsing sprake moet zijn van medisch geclassificeerde lichamelijke of psychische ziekten of aandoeningen?2
Deelt u de mening dat het KNMG-concept standpunt verwarring bij artsen veroorzaakt wanneer zij een verzoek tot hulp bij levensbeëindiging beoordelen? Zo ja, hoe gaat u dat voorkomen?
Zoals gezegd zie ik geen aanleiding een inhoudelijke beoordeling te geven van het concept-standpunt van het KNMG. Het huidige systeem biedt voldoende waarborgen voor het naleven van de wettelijke toetsingscriteria. De KNMG geeft in haar conceptstandpunt een invulling aan een van de wettelijke zorgvuldigheidseisen zoals vastgelegd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). De RTE’s beoordelen van elk gemeld geval of de arts heeft voldaan aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen. Hiermee hebben de RTE’s sinds 2002 nadere invulling gegeven aan het wettelijke kader en de KNMG verwijst hiernaar in het concept standpunt. De beroepsgroep geeft in haar concept standpunt uitdrukking aan een voortschrijdend inzicht over de invulling van de criteria uit de wet, de adviezen van de RTE’s en jurisprudentie. Wanneer de beroepsgroep deze invulling in de praktijk toepast toetsen de RTE’s aan de hand van de wet en bestaande jurisprudentie of de meldend arts conform de zorgvuldigheidseisen heeft gehandeld. Deze rolverdeling heeft tot op heden tot volle tevredenheid gewerkt.
Deelt u de mening dat het KNMG-concept standpunt verwarring bij artsen veroorzaakt wanneer zij een verzoek tot hulp bij levensbeëindiging beoordelen? Zo ja, hoe gaat u dat voorkomen?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1570.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.