Vragen van de leden Van der Burg en Ziengs (beiden VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het bericht dat 2011 een duur jaar belooft te worden voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (MKB) (ingezonden 14 januari 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 23 februari 2011) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1336. 

Vraag 1, 2 en 3

Kunt u verklaren waarom de gemeentelijke belastingen voor kleinere ondernemers in 2011 gemiddeld met 3,5 tot 4,8 procent stijgen?1

Deelt u de mening dat het niet gewenst is wanneer gemeenten hun eventuele financiële problemen afwentelen op het lokale bedrijfsleven?

Deelt u de mening dat de gemeenten vooral in eigen vlees moeten snijden?

Antwoord 1, 2 en 3

Het is te vroeg om te stellen dat de gemeentelijke belastingen voor kleine ondernemers gemiddeld met dit percentage stijgen. De gemeentelijke lasten worden periodiek en generiek gemeten waarna op basis van gegevens die voor het gehele land gelden een beoordeling kan worden gemaakt. Dit zijn de realisatiecijfers die worden verzameld door het CBS. Het CPB gebruikt deze gegevens voor de ramingen ten aanzien van de lastenontwikkeling.

Gemeenten hebben daarnaast een autonome bevoegdheid tot het vaststellen van de gemeentelijke heffingen, binnen de door de wet gestelde kaders. Daarnaast is er voor de OZB de zogenoemde macronorm aan de hand waarvan mede getoetst wordt of de generieke lastenontwikkeling in de pas loopt met de budgettaire doelstelling voor medeoverheden. Het onderzoek waaruit de door de vraagsteller gememoreerde percentages naar voren komen is incidenteel van aard en maakt geen deel uit van reguliere toetsing. Deze cijfers kunnen dan ook niet dienen als basis van een beoordeling van de ontwikkeling van de lokale lasten. Met de vraagstellers ben ik van mening dat het zonder meer afwentelen van financiële problemen op het lokale bedrijfsleven niet gewenst is.2

Vraag 4 en 5

Deelt u de mening dat een dergelijke lastenverzwaring funest is voor het ondernemersklimaat in Nederland en het economische herstel?

Welke concrete maatregelen gaat u nemen om te voorkomen dat gemeenten hun financiële problemen ten koste van het midden- en kleinbedrijf, proberen op te lossen?

Antwoord 4 en 5

Een onevenredige lastenverzwaring kan een negatieve invloed hebben op ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Ik ga er vanuit dat in de eerste plaats de lokale besluitvorming waarborgen biedt ter voorkoming hiervan. De lokale democratische verantwoording vormt een stok achter de deur; daarnaast maken grote lastenstijgingen voor bedrijven het lokale vestigingsklimaat onaantrekkelijk. Het Kabinet houdt zelf ook een vinger aan de pols. De lokale lasten worden als onderdeel van het geheel aan lasten worden gemonitord en op macroniveau gecompenseerd indien deze het vastgestelde kader zouden overstijgen. Ik wacht vooralsnog een beoordeling van het totaalbeeld af. Het Kabinet voert daarnaast op dit moment bestuurlijk overleg met de direct betrokkenen (provincies en gemeenten), in het kader van de nieuwe Bestuursakkoorden tussen Rijk en decentrale overheden. Hierin komt ook de lokale lastenontwikkeling aan de orde. Het Kabinet zal hierin uw en onze zorgen over de lastenontwikkeling voor bedrijven meenemen. De inzet van het kabinet bij het tot stand komen van het Bestuursakkoord is dat de lokale lastenontwikkeling gedurende deze kabinetsperiode gematigd zal zijn.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Smeets, Dijksma en Heijnen (allen PvdA), ingezonden 14 januari 2011 (vraagnummer 2011Z00611)


X Noot
1

NOS, 12 januari 2011.

X Noot
2

RTL.nl, Coelo.nl, Bezuiniging en crisisbeheersing, Financiële plannen van gemeenten 2010–2012, 26 november 2010.

Naar boven