Vragen van de leden Smeets, Dijksma en Heijnen (allen PvdA) aan de minister president, minister van Algemene Zaken en de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de stijging van lokale lasten voor ondernemers (ingezonden 14 januari 2011).

Antwoord van minister Donner (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ontvangen 23 februari 2011). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2010–2011, nr. 1335.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Lokale lasten ondernemers omhoog»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Welk percentage van de onderzochte gemeenten heeft, zonder te hebben overlegd met de ondernemers, een verhoging van lokale lasten aangekondigd? Hoeveel procent stijging van de lokale lasten betreft dit gemiddeld?

Antwoord 2

Het is te vroeg om te stellen dat de gemeentelijke belastingen voor kleine ondernemers gemiddeld met het genoemde percentage stijgen. Het betreft hier slechts een steekproef. De gemeentelijke lasten worden periodiek en generiek gemeten waarna op basis van gegevens die voor het gehele land gelden een beoordeling kan worden gemaakt. Dit zijn de realisatiecijfers die worden verzameld door het CBS. Op deze totaalgegevens over 2011 baseert het CPB de ramingen ten aanzien van de lastenontwikkeling. Gemeenten hebben verder een autonome bevoegdheid om binnen de wettelijke kaders hun tarieven voor de lokale heffingen vast te stellen. Zij hoeven daarvoor niet vooraf te overleggen met bijvoorbeeld ondernemers.2

Vraag 3 en 4

In hoeverre stroken de uitkomsten van het onderzoek van de NOS met de belofte van de minister-president ervoor te zorgen dat gemeenten de lokale lasten niet gaan gebruiken om bezuinigingen «over de rug van ondernemers op te vangen»?3

Welke concrete maatregelen treft u om de belofte van de minister-president aan de ondernemers na te komen?

Antwoord 3 en 4

Met de vraagstellers ben ik van mening dat het zonder meer afwentelen van financiële problemen op het lokale bedrijfsleven niet gewenst is. Een onevenredige lastenverzwaring kan een negatieve invloed hebben op ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Ik ga er vanuit dat lokale besluitvorming in de eerste plaatswaarborgen biedt ter voorkoming van een onevenredige lastenstijging voor bedrijven. De lokale democratische verantwoording vormt een stok achter de deur; daarnaast maken grote lastenstijgingen voor bedrijven het lokale vestigingsklimaat onaantrekkelijk. Voor het Kabinet geldt dat de lokale lasten als onderdeel van het geheel aan lasten worden gemonitord en op macroniveau gecompenseerd indien deze het vastgestelde kader zouden overstijgen. Ik wacht vooralsnog een beoordeling van het totaalbeeld af op basis van de door het CBS vastgestelde realisatiecijfers. Het CPB gebruikt deze gegevens voor de ramingen van de lastenontwikkeling. Het Kabinet houdt zelf ook een vinger aan de pols. De lokale lasten worden als onderdeel van het geheel aan lasten gemonitord en op macroniveau gecompenseerd indien deze het vastgestelde kader overstijgen. Het Kabinet voert daarnaast op dit moment bestuurlijk overleg met de direct betrokkenen (provincies en gemeenten) waarin ook de beperking van de lokale lastenontwikkeling aan de orde komt. Het Kabinet zal hierin uw en onze zorgen over de lastenontwikkeling voor bedrijven meenemen. De inzet van het kabinet bij het tot stand komen van het Bestuursakkoord is dat de lokale lastenontwikkeling gedurende deze kabinetsperiode gematigd zal zijn.


X Noot
1

NOS.nl, Lokale lasten ondernemers omhoog, 12 januari 2011.

X Noot
2

RTL.nl, Coelo.nl, Bezuiniging en crisisbeheersing, Financiële plannen van gemeenten 2010–2012, 26 november 2010.

X Noot
3

Toespraak minister president Rutte bij congres MKB-Nederland, 15 november 2010.

Naar boven