Vragen van het lid Van Hijum (CDA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een vergelijkingswebsite ten aanzien van prijs en kwaliteit van kinderopvang (ingezonden 28 januari 2011).

Antwoord van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 22 februari 2011).

Vraag 1

Kent u de vergelijkingswebsite die door de Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang (BOink) is ontwikkeld om ouders een beter inzicht te geven in de prijs en kwaliteit van kinderopvang?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2 en 3

Is het waar dat al sinds oktober 2006 aan de ontwikkeling van deze website wordt gewerkt met financiële steun van de rijksoverheid?

Is het waar dat het rijk in 2010 opnieuw subsidie heeft verleend voor de ontwikkeling van de website? Hoeveel subsidie heeft de rijksoverheid in de afgelopen jaren in totaal aan dit project verstrekt?

Antwoord 2 en 3

Nee. In 2009 is subsidie toegekend aan de Belangenvereniging voor Ouders in de Kinderopvang (BOink) voor de looptijd van 4 jaar om deze site te ontwikkelen en te vullen. Er is tot nu toe een voorschot van € 379 400,- betaald voor dit project.

Vraag 4

Deelt u de mening dat de website volstrekt niet beantwoordt aan het doel de positie van ouders te verbeteren door inzicht te verschaffen in prijs, kwaliteit, openingstijden en het pakket van uren of dagdelen die instellingen aanbieden, doordat in de meeste gevallen concrete informatie over tarieven, kwaliteit en aangeboden pakketten van uren/dagdelen ontbreekt?2

Antwoord 4

Nee. Op dit moment hebben circa 1600 locaties de kinderopvangkaart ingevuld. De kinderopvanginstellingen hebben tijd nodig om de kinderopvangkaart te vullen. Als de kinderopvangkaart op termijn beter gevuld wordt door de kinderopvanginstellingen dan kunnen de ouders de prijs en kwaliteit van de verschillende kinderopvanginstellingen met elkaar vergelijken.

Vraag 5

Wordt de informatie op de website, die vanaf medio 2010 in de lucht zou zijn2 nog aangevuld? Wanneer is de informatie op de website volledig?

Antwoord 5

Ja. De verwachting is dat het drie jaar zal duren voordat de kinderopvangkaart een goed landelijke dekking krijgt. Daar is ook rekening mee gehouden bij de toekenning van de subsidie. Hoe snel de vulling in de praktijk zal zijn, is afhankelijk van de medewerking van de kinderopvanginstellingen.

Vraag 6

Op welke wijze wordt in de richting van ouders bekendheid aan het initiatief gegeven? Welke waarborgen zijn er dat de informatie over de opvanginstellingen actueel en correct is?

Antwoord 6

De keuze voor de wijze waarop bekendheid wordt gegeven aan dit initiatief is aan BOinK. In de subsidie aanvraag heeft BOinK aangegeven:

  • De gegevens op de kinderopvangkaart worden steekproefsgewijs door BOinK gecontroleerd op juistheid.

  • Wanneer de informatie niet juist blijkt te zijn dan wordt hiervan melding gemaakt op de site en de ondernemer krijgt een bepaalde termijn de tijd om de gegevens aan te passen. Als ultiem middel kan BOinK de betreffende locatie op de kaart handhaven maar op «zwart» zetten, met de vermelding dat ook na herhaaldelijk aandringen de ingevulde informatie onjuist of onvolledig was.

  • Voor gegevens die naar verwachting jaarlijks wijzigen, zoals de prijs, geeft het systeem een waarschuwingssignaal aan de beheerder wanneer de gegevens 12 maanden niet aangepast worden. Dan vindt er controle plaats.

  • Via een link bij de gegevens op de site kunnen bezoekers onjuistheden melden.

BOinK heeft eerder twee pilots uitgevoerd waarin de waarborgen zijn onderzocht. Gebleken is dat de ondernemers accuraat waren waar het ging om het invullen van de gegevens van eigen locaties. Daarnaast maakten ouders die gebruik maakten van deze locaties maar ook derden BOinK erop attent dat bepaalde informatie niet correct was.

Vraag 7

Welke eisen zijn er destijds verbonden aan het verlenen van een subsidie aan het project? Voldoet het eindproduct aan deze eisen, of ziet u aanleiding om subsidiegeld terug te vorderen?

Antwoord 7

BOinK voert het project uit volgens het projectplan en rapporteert hierover jaarlijks. Aan het eind van het project, uiterlijk maart 2013, dient BOinK de eindverantwoording in. Daarin wordt verantwoording afgelegd over de doelstellingen en de financiering van het project. Eén van de doelstellingen is bijvoorbeeld dat de kinderopvangkaart na 4 jaar voor 85% zal zijn gevuld. Op basis van de eindverantwoording wordt de subsidie definitief vastgesteld dan wel teruggevorderd.


X Noot
1

www.kinderopvangkaart.nl

X Noot
2

Kamerstuk 31 874, nr. 69.

Naar boven