Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 1501 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2010-2011 | 1501 |
Bent u bekend met het bericht «Kabinet wil verder met windpark Urk»?1
Bent u bekend met de brief van de wethouders van Dronten, Lelystad en Urk d.d. 6 januari 2011 over het door u vastgestelde Rijksinpassingsplan Windmolenpark Noordoostpolder?2
Is het waar dat voor 2 februari 2011 een gesprek is gepland van u met de gemeente Urk over het windmolenpark Noordoostpolder?
Ja. Dit gesprek is gepland op verzoek van de gemeente Urk. Inmiddels heeft dit gesprek op 27 januari 2011 plaatsgevonden.
Waarom heeft u niet tot ná het gesprek op 2 februari 2011 gewacht met vaststelling van het Rijksinpassingsplan zodat er eventueel nog aanpassingen hadden kunnen plaatsvinden om meer recht te doen aan «beschermd dorpsgezicht»?
In het bestuurlijk proces rond het windpark Noordoostpolder zijn diverse momenten geweest waar Urk betrokken is geweest. De provincie Flevoland en de gemeente Noordoostpolder zijn op daarvoor relevante beslismomenten in 2000 en 2006 zorgvuldig met de belangen van de gemeente Urk omgegaan. Deze zijn meegewogen bij onder andere het omgevingsplan. Op 1 maart 2009 is de rijkscoördinatieregeling op dit project van toepassing verklaard. Vrijwel gelijk daarna, op 8 april 2009, bezocht de toenmalige minister van Economische Zaken de regio, waaronder de gemeente Urk. Daarnaast hebben mijn ambtsvoorganger en ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verschillende keren gesproken met de burgemeester en andere vertegenwoordigers van de gemeente Urk. Hierbij gaf Urk steeds aan zich alleen te richten op het tegengaan van het windpark. Het gemeentebestuur van Urk is ook niet ingegaan op de expliciete uitnodiging van de gedeputeerde van de provincie Flevoland, in haar rol als voorzitter van de Stuurgroep Windenergie Noordoostpolder van 3 september 2009, om alsnog met elkaar in gesprek te treden over onder andere de ruimtelijke randvoorwaarden van het windpark. Ook in de formele inspraakrondes rond het milieueffectrapport en de ontwerp-besluiten heeft de gemeente Urk duidelijk kunnen maken hoe zij over het voorgenomen windpark dacht. Om Urk tegemoet te komen, is vorig jaar besloten om aan zeven molens uit het oorspronkelijke plan geen medewerking te verlenen. Op deze manier is rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden van Urk en de maatschappelijke gevoelens aldaar (conform de motie Zijlstra, kamerstukken 28 982 nr. 75). Vaststelling van de definitieve besluiten was een logisch vervolg op een zeer afgewogen proces. Uit het verwerpen van de motie Dijkgraaf (kamerstukken 32 500 XIII, nr. 153) concludeer ik dat een meerderheid van uw Kamer deze lijn deelt. Desalniettemin hebben, om navraag te doen bij de initiatiefnemers, de provincie en betrokken gemeenten over de door Urk aangedragen varianten, op 10 en 15 februari vervolggesprekken plaatsgevonden. Over de uitkomsten van die gesprekken heb ik uw Kamer separaat geïnformeerd.
Wat heeft een gesprek op Urk op 2 februari 2011 nog voor zin als het Rijksinpassingsplan inmiddels al vastgesteld is?
Gedurende het hele proces is opengestaan voor overleg voor een goede verstandhouding. Ook nu de definitieve besluiten genomen zijn, blijf ik open staan voor dialoog met alle betrokken partijen, zoals hierboven gemeld.
Wat is de stand van zaken van de gesprekken met NUON over een mogelijk windmolenpark in oostelijk Flevoland bij de IJsselmeerdijk? Waarom worden deze plannen niet integraal bekeken?
Vattenfall/NUON heeft een verzoek bij mij ingediend om de rijkscoördinatieregeling te starten voor de vervanging en opschaling van de windmolens die langs de IJsselmeerdijk staan. Het initiatief van Vattenfall/NUON bevindt zich daarmee in de beginfase. In het kader van de planMER zal dan onder meer gekeken worden naar de relatie met het windpark in de Noordoostpolder. Om de Europese doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 te halen, zijn meerdere windmolenparken in Nederland nodig. Het windpark in de Noordoostpolder is er daar één van.
Waarom hebt u niet nog een regionaal onderzoek laten uitvoeren om te kijken of een deel van de geplande windmolens elders in Flevoland kunnen worden gerealiseerd?
Het onderhavige particuliere initiatief is ontwikkeld binnen door de overheid vastgestelde (ruimtelijke) beleidskaders. In het milieueffectrapport (MER) en in de aanvulling op het MER is een uitgebreide toelichting opgenomen van de wijze waarop de locatieafweging voor dit windpark heeft plaatsgevonden. De gekozen locatie werd overigens reeds als geschikte locatie voor een grootschalig windpark vastgelegd in het beleid van de gemeente Noordoostpolder en de provincie Flevoland. Tevens is deze locatie als zodanig opgenomen in de Nota Ruimte en in het Nationaal Waterplan. In de aanvulling op het MER is niettemin onderzocht in hoeverre alternatieve locaties voor een windpark van deze schaalgrootte beschikbaar zijn. Voor een windpark van deze omvang blijken in de regio geen geschikte alternatieve locaties beschikbaar. Het onderzoek is dus wel degelijk uitgevoerd. Daarbij zijn de in het provinciale ruimtelijke beleid geselecteerde windturbinelocaties alle van zodanig belang, dat zij onderling niet uitwisselbaar zijn zonder dat dit ten koste gaat van het realiseren van de verplichte Europese doelstelling van 14% duurzame energie in 2020.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1501.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.