Vragen van de leden Dikkers, Recourt en Timmermans (allen PvdA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over vrijwilligerswerk in een Afrikaans Kindertehuis door verdachte Robert M (ingezonden 28 december 2010).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Veiligheid en Justitie (ontvangen 21 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het interview met A. Drent waarin hij aangeeft dat Robert M. vrijwilligerswerk heeft gedaan in een Afrikaans kindertehuis?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 4

Heeft u informatie over het betreffende Kindertehuis? Zo nee, bent u bereid hierover informatie in te winnen?

Zou het mogelijk zijn dat bij de vervaardiging van kinderporno ook kinderen uit dit tehuis zijn misbruikt?

Kunt u een onderzoek laten instellen naar eventueel misbuik in het Afrikaanse Kindertehuis? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3, 4

Mij is bekend dat de Nederlandse media hebben bericht dat Robert M. in 2008 korte tijd in een kindertehuis in Kenia zou hebben gewerkt. Ik beschik echter niet over concrete informatie over zijn activiteiten. Indien de justitiële autoriteiten belast met het strafvorderlijk onderzoek naar de delicten waarvan Robert M. wordt verdacht, aanleiding zien om inlichtingen in te winnen over de eventuele betrokkenheid van Robert M. bij strafbare feiten in het buitenland, dan kunnen zij uiteraard rekenen op mijn volledige medewerking. Ik wil daarbij voorkomen dat een op initiatief van het ministerie van Buitenlandse Zaken ingesteld onderzoek dit belangrijke strafvorderlijk onderzoek doorkruist en kan daarom op dit moment uw vragen niet verder beantwoorden.


X Noot
1

de Volkskrant, donderdag 23 december 2010.

Naar boven