Vragen van de leden Jadnanansing en Klijnsma (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het dubbel raken van Nederlandse studentenorkesten in bezuinigingen (ingezonden 4 februari 2011).

Antwoord van staatssecretaris Zijlstra (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 18 februari 2011).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van berichten dat Nederlandse studentenorkesten aan de bel trekken over het dubbele effect van meerdere bezuinigingen die bij deze orkesten neervallen?1

Antwoord 1

Ja, die berichten zijn mij bekend.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u dit signaal en de door hen aan u gestuurde brandbrief over de effecten van cultuurbezuinigingen en de effecten van de langstudeerdersregeling op studenten die in deze orkesten spelen?

Antwoord 2

Het signaal is weliswaar duidelijk maar enigszins prematuur. Op dit moment is het nog niet duidelijk of de bezuinigingen op cultuurmiddelen een specifieke uitwerking zullen hebben op de studentenorkesten, hierin moeten de komende periode scherpe keuzes worden gemaakt. De voorgenomen maatregel langstudeerders heeft betrekking op alle studenten. Een student die zijn bachelor en zijn master doet krijgt de nominale studieduur en in totaal twee jaar extra de tijd om te studeren tegen het lage collegegeld. Doet hij er langer over dan betaalt hij het verhoogd collegegeld. De extra uitloopjaren gelden voor alle studenten maar zijn vooral een handreiking voor studenten die extra vakken willen volgen of een opleiding volgen die net iets meer van de student vraagt, zoals een bètastudie. Ook biedt het ruimte voor studenten om een bestuursfunctie te vervullen of in een studentenorkest te spelen.

Vraag 3

In welke mate hecht u aan het voortbestaan van deze studentenorkesten waarvan het voortbestaan op deze manier uiterst onzeker wordt?

Antwoord 3

Het participeren in studentenorkesten levert een waardevolle bijdrage aan de sociale en culturele vorming. Er zullen echter scherpe keuzes gemaakt moeten worden. In het cultuurstelsel zal ik dit doen op basis van het advies van de Raad voor Cultuur. Welke effecten dit zal hebben op de studentenorkesten kan ik nu nog niet zeggen.

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat de langstudeerdersregeling het door het kabinet beoogde doel voorbij streeft wanneer hier juist excellerende studenten mee benadeeld worden?

Zo ja, op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat er voor deze studenten voldoende ruimte blijft bestaan voor vertraging als gevolg van hun muzikale activiteiten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Bent u voornemens om kritisch te kijken naar een opeenstapeling van bezuinigingseffecten voor dergelijke organisaties die hierdoor in hun bestaansrecht en te leveren kwaliteit aangetast worden?

Antwoord 5

Ik heb de Kamer toegezegd in juni met nadere voorstellen te komen als vervolg op de uitgangspunten voor het te voeren cultuurbeleid die ik op 6 december 2010 heb geformuleerd. Uiteraard zal ik daarbij doorwerkingseffecten in ogenschouw nemen.


X Noot
1

Sax Magazine, «Studentenorkesten dubbel geraakt», 25 januari 2011.

Naar boven